1. We werken aan een leefbare stad en omgeving, waarin de verschillende ruimtelijke functies evenwichtig en in samenhang op elkaar zijn afgestemd en worden ontwikkeld.
Hoofddoelstelling
1. We werken aan een leefbare stad en omgeving, waarin de verschillende ruimtelijke functies zoals wonen, werken, recreëren, voorzieningen en mobiliteit evenwichtig en in samenhang op elkaar zijn afgestemd en worden ontwikkeld.
Apeldoorn groeit door naar minimaal 180 duizend inwoners in 2040. Dit vraagt een schaalsprong in de duurzame doorontwikkeling van stad, dorpen en buitengebied. Zodat iedereen hier goed kan wonen, er voldoende werk is, de voorzieningen op orde zijn, de stad bereikbaar is en er volop mogelijkheden voor recreatie zijn. |
---|
Doelstelling 1.1
Doelstelling | ||
1.1 Stadmaken op de Veluwe | ||
| Stadmaken op de Veluwe is meer dan enkel woningen toevoegen in Apeldoorn. Onze ambitie is dat Apeldoorn nog meer een levendig stadsmilieu wordt. Een stadsmilieu waar - naast wonen - ook ruimte is voor commerciële, culturele en maatschappelijke publieksfuncties. Denk aan werkfuncties, horeca, onderwijs, welzijn en cultuur. Stadmaken op de Veluwe is waar we vanuit stedelijk programmeren sturen op leefbaarheid en kwaliteit. |
|
---|
Prestaties
1.1.1 Omgevingsplannen conform planning WBI-subsidies |
---|
Voor het programma Stadmaken op de Veluwe zijn diverse WBI-subsidies toegekend. Hieraan is een planning gekoppeld waarbij binnen 10 jaar gestart moet zijn met de bouw van de laatste woningen. Daarom het omgevingsplan tijdig worden gewijzigd. In 2026 willen we de volgende omgevingsplannen laten vaststellen door de raad: de Vlijtsepark Torens, Fuite en Zwitsal. |
1.1.2 Mobiliteitshubs Kanaalzone en Spoorzone |
---|
Vanuit de subdoelstelling ‘Bereikbare- en leefbare stad en Omgeving’ wordt gewerkt aan de ontwikkeling van mobiliteit-hubs (parkeervoorziening met deelmobiliteit) in de Kanaalzone en de Spoorzone. Dit betreft voor de Kanaalzone de ontwikkeling en realisatie van de Grift-garage bij het nieuwe zwembad en voor de Spoorzone de ontwikkeling en realisatie van een parkeergarage op de locatie Netten/Talens. In 2026 willen we de Grift-garage gaan aanbesteden. |
1.1.3 Mobiliteitsaanpassingen |
---|
Vanuit de subdoelstelling ‘Bereikbare- en leefbare stad en Omgeving’ wordt gewerkt aan verkeerskundige aanpassingen in het wegennet. Gebieden zoals de binnenstad worden verkeersluw gemaakt om onder meer vergroeningsopgaven te kunnen realiseren. Doorgaand verkeer door het centrum wordt beperkt. |
1.1.4 Omgevingsplan Binnenstad |
---|
Betreft het in 2024 en 2025 voorbereiden van het nieuwe Omgevingsplan voor de Binnenstad en het in 2026 in procedure brengen van het nieuwe Omgevingsplan voor de Binnenstad. |
1.1.5 Verblijfskwaliteit pleinen binnenstad |
---|
Deze prestatie betreft het uitvoeren van onderzoeken naar de wijze waarop de verblijfskwaliteit van de pleinen in de binnenstad kan worden verbeterd. Het doel hiervan is om langer verblijf dan nu, op de pleinen te stimuleren. Uit de onderzoeken die per plein worden uitgevoerd worden verbetervoorstellen gedaan. Na besluiten op verbetervoorstellen wordt uitvoering gegeven aan de verbetering(en). |
1.1.6 Ontwikkelkader station Apeldoorn |
---|
Gemeente, Provincie Gelderland, NS en ProRail werken samen aan een stedelijke ontwikkeling rondom het station Apeldoorn. Hierin wordt het station als belangrijke knoop binnen de stad opgenomen. Hierbij hoort ook een goede invulling van de openbare ruimte en het verminderen van de barrièrewerking van het spoor. In 2026 wordt een programma van eisen en een ruimtelijke visie opgeleverd.
|
1.1.7 Campusontwikkeling Veldhuis |
---|
Deze prestatie betreft voorbereidend werk voor ruimtelijke procedures om te komen tot realisatie van projecten waaronder ook onderwijshuisvesting zoals opgenomen in het Masterplan Veldhuis. Herhuisvesting van het CvD en de algehele campusontwikkeling maken hier een onderdeel van uit waarmee gestart wordt. |
1.1.8 Ontwikkelkader Zuidrand, vaste kern woningen en Host City |
---|
Het ontwikkelkader voor de nieuwe uitleglocatie ten zuiden van de A1, ook wel De Zuidrand genoemd, (Beekbergsebroek) in 2026 afronden en laten vaststellen door de gemeenteraad. Daarnaast betreft deze prestatie het gehele ruimtelijke proces voor de realisatie van 300 vaste kern woningen en 200 host-kavels binnen de zuidkavel Beekbergsebroek. Op basis van de geopende grondexploitatie en het vastgestelde stedenbouwkundige raamwerk wordt in 2026 een tender uitgeschreven voor ontwikkeling en realisatie van de 300 vaste kern woningen.
|
Doelstelling 1.2
Doelstelling | ||
1.2 Voldoende woningen voor iedereen in elke levensfase, die betaalbaar, beschikbaar, bereikbaar en duurzaam zijn in vitale wijken en dorpen. |
Prestaties
1.2.1 Toevoegen woningen, gedifferentieerd naar gebied, type, prijs en segment conform het Volkshuisvestingskader 2023-2030 en de regionale Woondeal. |
---|
In de omgevingsvisie en de regionale woondeal is opgenomen hoeveel woningen Apeldoorn de komende jaren toevoegt. De toevoeging van woningen wordt bijgehouden. Minimaal 1x per jaar wordt gerapporteerd. We werken met een nieuw systeem om de woningbouw te monitoren. |
1.2.2 We werken het woningmarktinstrumentarium van de gemeente Apeldoorn verder uit en voeren dat in. |
---|
In 2026 voert de gemeente de nieuwe urgentieregeling in, afgestemd met alle gemeenten in de regio Stedendriehoek. |
1.2.3 Doorstroom van senioren op de woningmarkt stimuleren |
---|
Via onder andere doorgaan van een verhuiscoach, inzetten op vernieuwing door ook in te zetten op ondersteuning van bewoners van koopwoningen. De doorstroomcoach is niet gericht op het behalen van veel aantallen verhuizingen, maar op het zorgen voor een goede match tussen mens en woning. Hier ligt een sterke link met Maatschappelijke ontwikkeling en met de campagne ‘Praat vandaag over morgen’. |
1.2.4 We nemen verantwoordelijkheid om arbeidsmigranten op een goede manier op te vangen in onze lokale gemeenschap |
---|
In 2026 stellen we een verhuurverordening voor huisvesting van arbeidsmigranten en een beleidskader huisvesting arbeidsmigranten op. |
1.2.5 beleidskader voor CPO ontwikkelen |
---|
Mensen willen samen betaalbare huizen bouwen via Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO). CPO’s kunnen een belangrijke rol spelen in het versterken van sociale netwerken en het tegengaan van sociaal isolement. Het stimuleren van CPO’s is één van de manieren waarop we de gevolgen van de vergrijzing willen opvangen. |
1.2.6 Nieuwe wetten en regelgeving |
---|
De wet Versterken Regie op de Volkshuisvesting gaat naar alle waarschijnlijkheid in 2026 in. Met een overgangstermijn van 2 jaar is de gemeente verplicht om een urgentieregeling in te stellen, die regionaal is afgestemd. Ook wordt het volkshuisvestingsprogramma verplicht. |
1.2.7 We werken in gezamenlijkheid met de gemeenten in de regio Stedendriehoek de mogelijkheden voor verstedelijking uit, zoals benoemd in de Nota Ruimte. |
---|
De regio Stedendriehoek is benoemd als regio waarin grootschalige verstedelijking kan plaatsvinden. In 2025 vindt het gesprek plaats over deze verstedelijking. Die mondt uit in een keuze voor een ontwikkelstrategie. Begin 2026 is naar verwachting een eerste versie van het ontwikkelperspectief gereed. Besluitvorming is eind 2026 voorzien. |
Doelstelling 1.3
Doelstelling | ||
1.3 Bereikbare, leefbare stad en omgeving waarin de verschillende vervoerswijzen verkeersveilig, duurzaam, innovatief en slim zijn. | ||
| We dragen met onze werkzaamheden op het gebied van mobiliteit bij aan Gezondheid en Leefomgeving, als onderdeel van de Brede Welvaart uit het Coalitieakkoord 2022-2026. De kwaliteit van de openbare ruimte en de verdere doorontwikkeling bij het ‘stad maken’ wordt voor een belangrijk deel bepaald door de aanwezige verkeersstructuren. Te voet, met de fiets, het openbaar vervoer en de auto moet iedereen zich veilig, (waar nodig) snel en betaalbaar kunnen verplaatsen. Er wordt flink geïnvesteerd op dit vlak, waarbij tevens zoveel mogelijk kansen worden benut om bij te dragen aan het realiseren van de overige beleidsdoelstellingen, zoals het versterken van de groenstructuren. Om de gevolgen voor de ruimte en het leefmilieu zo klein mogelijk te houden en de stad bereikbaar te houden, zetten we in op slimme, duurzame en innovatieve mobiliteitsoplossingen. De vastgestelde Verkeersvisie 2016-2030, de Omgevingsvisie en de Mobiliteitsvisie voor de binnenstad zijn het onderliggende kader.
|
|
---|
Prestaties
1.3.01 We faciliteren en stimuleren deelmobiliteit, hubs, vraagafhankelijk vervoer en andere stedelijke mobiliteitsoplossingen |
---|
Er worden overstappunten voor verschillende vormen van (deel)vervoer (mobiliteitshubs) gerealiseerd in de stedelijke ontwikkelingen en in de bestaande stad, waaronder een stedelijke hub bij het station maar ook meer kleinschalige in nieuwe gebiedsontwikkelingen, in de stadsrand en in bestaande wijken. Deelfietsen en deelscooters worden door verschillende aanbieders uitgerold. De gemeente stelt in de APV randvoorwaarden aan de uitrol van deze nieuwe vormen van vervoer. We zorgen ervoor dat onze mobiliteitsdata gedeeld kan worden, inclusief de borging in onze werkprocessen.
|
1.3.02 We verbeteren de doorstroming op de Ring en de verbindingen met de snelwegen |
---|
De verdubbeling van de Laan van Zevenhuizen tussen Saloméstraat en Deventerstraat wordt voorbereid en uitgevoerd, evenals de capaciteitsvergroting van Kanaal Noord tussen Anklaarseweg en Laan van Zevenhuizen. Ook verkennen we de verkeersstructuur in Apeldoorn Noordwest. |
1.3.03 We verminderen het doorgaand verkeer in Zevenhuizen Zuidbroek |
---|
Nadat de verkeersmaatregelen Zuidbroek jaren on hold zijn gezet vanwege stikstofdepositie, is er naar aanleiding van de verworven stikstofrechten (Raadsvergadering 13 maart 2025) inmiddels zicht op de uitvoering van de maatregelen. De beoogde maatregelen worden in bredere context met de verdubbeling van de Laan van Zevenhuizen en de Noordradiaal en in samenhang met de verstedelijkingsopgave geanalyseerd. De bijbehorende kosten worden in kaart gebracht. |
1.3.04 We werken samen met andere overheden en belangengroepen aan de verbetering van de verkeersveiligheid en leefbaarheid in de corridor Eerbeek-Loenen |
---|
We werken samen met de provincie en de gemeente Brummen aan de Koersnota Wegennet Eerbeek Loenen, onderdeel van het multiproject Eerbeek-Loenen 2030. We bereiden voor en realiseren snelheidsverlagingen op de gemeentelijke wegen Kanaal Zuid en Hoofdweg in Loenen. Met de provincie werken we aan de voorbereiding en uitvoering van de snelheidsverlagingen op de N786 in Loenen en het deel tussen Loenen en A50. |
1.3.05 We lobbyen voor landelijke en regionale bereikbaarheid van Apeldoorn (weg en spoor) |
---|
Omdat een goede bereikbaarheid een belangrijke randvoorwaarde is voor de ambities in Apeldoorn 2040 en de overige verstedelijkingsopgaven in de Regio Stedendriehoek, lobbyen we samen met regionale partijen voor goede weg- en spoorverbindingen: een verbetering van de bereikbaarheid van Apeldoorn over de weg (A1 en A50) en over het spoor (waaronder trein naar Berlijn, directe spoorverbinding Apeldoorn- Barneveld in combinatie met een station Apeldoorn West, versnelling Apeldoorn-Zutphen-Winterswijk). Ook participeren we samen met de regio in alle trajecten m.b.t. het goederenvervoer over spoor. Hiertoe organiseren we samen met de Regio Stedendriehoek bijeenkomsten, maken we deel uit van landelijke, provinciale en regionale projectgroepen en initiëren we bestuurlijke en ambtelijke overleggen. |
1.3.06 Wij realiseren een structurele parkeeroplossing voor Apeldoorn West |
---|
Voor de start van het toeristenseizoen in 2026 zijn de maatregelen die nodig zijn om het overloopparkeren van Apenheul structureel op te vangen op de J.C. Wilslaan, gerealiseerd. |
1.3.07 We werken aan de herschikking en toegankelijkheid van het parkeren met diverse projecten uit de Parkeervisie en de Visie op Mobiliteit in het Stadspark van Apeldoorn |
---|
Gewerkt wordt aan diverse projecten uit de Parkeervisie (2019) en de Visie op Mobiliteit in het Stadspark van Apeldoorn (2021), zoals digitalisering van parkeerproducten en het ontsluiten van real-time parkeerdata, invoering scanauto (voor digitale handhaving), stimuleren gebruik van transferpunten/hubs, extra aanbod fietsenstallingen en innovaties in parkeergarages. Ook onderzoeken we mogelijkheden om in de binnenstad straat-parkeren te verplaatsen naar parkeergarages, waardoor extra groen en verblijfskwaliteit kan worden toegevoegd. |
1.3.08 We verbeteren de voorzieningen voor de fiets: verkeersveilige (regionale) fietsroutes en stallingsvoorzieningen |
---|
We bereiden de aanleg van het tweede deel van de fietsroute langs de Elsbosweg (A50-Klarenbeek) voor en voeren die uit. Op de Sprengenweg tussen Badhuisweg en Henri Dunantlaan verbeteren we door maatregelen de verkeersveiligheid, speciaal voor fietsers. We realiseren een nieuwe bewaakte fietsenstalling in de Hofstraat ter vervanging van De Serre. Ter ondersteuning van het fietsparkeerverbod in het voetgangersgebied, zetten we extra in op de ordening (fietsparkeervakken), communicatie, handhaving. |
1.3.09 We verbeteren de verkeersveiligheid door fysieke maatregelen en door gedragsbeïnvloeding |
---|
We verbeteren de verkeersveiligheid door de aanpak van onveilige verkeerssituaties, waar we aansluiting zoeken bij het gemeentelijke onderhoudsprogramma. We zullen uitvoering geven aan de maatregelen die naar voren komen uit het Actieplan verkeersveiligheid Apeldoorn , voor zover passend binnen de beschikbare budgetten. Tevens verbeteren we de verkeersveiligheid door extra inzet op gedragsbeïnvloeding en verkeerseducatie onder andere voor kinderen. |
1.3.10 We stimuleren en faciliteren de transitie naar schone mobiliteit door laadinfrastructuur, zero emissie stadslogistiek en tankpunten voor schone brandstoffen |
---|
We participeren in de provinciale concessie voor de uitrol en plaatsing van laadinfrastructuur die in de openbare ruimte wordt gerealiseerd. Daarnaast faciliteren we plannen van marktpartijen om op strategische locaties in de stad auto’s te kunnen laden, mogelijk zijn deze locaties in combinatie met lokale opwek van energie te ontwikkelen tot ‘energy-hubs’. Daarnaast bestaat de wens om samen met marktpartijen te komen tot meer aanbod van duurzame brandstoffen (waaronder bv waterstof), snellaadfaciliteiten en truckersvoorzieningen. Ook hierbij spelen we een faciliterende rol. We werken verder aan de doelstelling om de stadslogistiek Zero-Emissie te krijgen onder andere door vanaf 2030 een Zero-Emissie zone in de binnenstad in te stellen. |
1.3.11 We lobbyen samen met andere partijen tegen laagvliegroutes over de Veluwe die voortkomen uit de Luchtvaartherziening |
---|
We zetten samen met de provincie Gelderland, omliggende gemeenten en belangenorganisaties in op een zodanige invulling van de luchtruimherziening dat overlast van burgervliegverkeer door laagvliegroutes, van en naar Schiphol Airport en (eventueel) Lelystad Airport wordt voorkomen. |
Doelstelling 1.4
Doelstelling | ||
1.4 De gemeente draagt via haar publiekrechtelijke rol bij aan de ruimtelijke ontwikkeling van Apeldoorn |
Prestaties
1.4.1 Wij behandelen vergunningaanvragen en beoordelen ruimtelijke initiatieven en plannen binnen de kaders van de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging. |
---|
Wij beoordelen vergunningaanvragen en de ruimtelijke initiatieven en plannen zodanig dat het proces en de termijnen helder zijn voor de initiatiefnemer. Initiatieven en plannen worden binnen de afgesproken termijn behandeld. Beoordeling van initiatieven en plannen en ook toezicht en handhaving vinden in overeenstemming met de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging plaats. De invoering van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging zal in 2026 en daarna nog de nodige extra inzet van de organisatie vergen, onder andere voor het opstellen van het Omgevingsplan.
|
2. We respecteren, beheren en ontwikkelen ons natuurlijk kapitaal, zoals water, bodem, klimaat en natuur op een duurzame manier en we maken de overstap naar het gebruik van hernieuwbare energie.
Hoofddoelstelling
2. We respecteren, beheren en ontwikkelen ons natuurlijk kapitaal, zoals water, bodem, klimaat en natuur op een duurzame manier en we maken de overstap naar het gebruik van hernieuwbare energie.
De verdere ontwikkeling van Apeldoorn mag niet ten koste gaan van onze schaarse natuurlijke hulpbronnen, want die zijn eindig. Natuur, bodem, water, daar zijn we zuinig op en zorgen we goed voor. Ons natuurlijk kapitaal onderhouden we goed en ontwikkelen we duurzaam verder waar nodig. |
---|
Doelstelling 2.1
Doelstelling | ||
2.1 Energieneutraal en aardgasvrij voor 2050 | ||
| In 2050 willen we dat Apeldoorn energieneutraal en aardgasvrij is, met een betrouwbaar, duurzaam en betaalbaar energiesysteem. Iedereen kan daar aan meedoen. Daarom omarmen en faciliteren we eigen initiatief van inwoners, ondernemers en instellingen. We werken samen met partners in en buiten de gemeente, met ondernemers, onderwijs en (collectieven van) inwoners om de energietransitie te versnellen. We hebben daarnaast specifiek oog voor de kwetsbare groepen in de samenleving.
Als tussenstap in het realiseren van deze ambitie willen we dat Apeldoorn voor 33% energieneutraal is in 2030. Dat betekent dat in 2030 de hoeveelheid duurzame energie-opwek binnen de gemeente Apeldoorn evenveel is als 33% van het totale energiegebruik binnen Apeldoorn. Dit alles met als doel om de CO2 uitstoot en daarmee de opwarming van de aarde te beperken. In 2014 was Apeldoorn voor 4% energieneutraal. In 2030 zou dit een reductie van 54% CO2 ten opzichte van 2014 betekenen. Dat wil zeggen dat Apeldoorn van 1.148 kT CO2 uitstoot in 2014 naar 527 kT uitstoot gaat in 2030.
Voor een totaaloverzicht van projecten en activiteiten wordt verwezen naar het Actieplan 2026. Daar is ook de samenhang te zien met de overige ontwikkelprogramma’s, zoals Zuidrand en BSK. In de jaarlijkse energiemonitor wordt de voortgang in beeld gebracht.
|
|
---|
Prestaties
2.1.1 In 2030 is 30% besparing t.o.v. 2014 in energiegebruik gerealiseerd. |
---|
Dit betekent dat Apeldoorn van 16.000 TJ energiegebruik in 2014 gaat naar 11.200 TJ in 2030. Daarnaast zijn alle nieuwe ontwikkelingen minimaal energieneutraal.
Het is belangrijk dat inwoners, bedrijven en instellingen actief nadenken over hun bijdrage aan de energietransitie. En vervolgens tot actie overgaan, door besparingsmaatregelen te nemen en zelf opwek te realiseren. We ondersteunen vanuit het Energiepunt en door samen met energiecoöperaties naar onze inwoners toe te gaan. Daarnaast stellen we subsidies, leningen en (financiële) instrumenten beschikbaar en halen we subsidies binnen. Dit is belangrijk zodat Apeldoorn verduurzaamt en de Wijken van de Toekomst transitieklaar zijn. In het actieplan 2026 worden de verschillende concrete activiteiten verder beschreven.
|
2.1.2 Inwoners in een financieel kwetsbare situatie worden extra ondersteund om energiemaatregelen te nemen en worden ontzorgd bij het verduurzamen van de eigen woning. |
---|
Inwoners in een financieel kwetsbare situatie met een koopwoning worden extra ontzorgd bij het isoleren van hun woning. Zij ontvangen een hoger subsidiebedrag, waardoor ook zij mee kunnen doen in het verduurzamingsproces. Er is een intensieve samenwerking met energiecoöperatie deA (deA) in het bereiken van de doelgroepen.
Aan inwoners in een huurwoning wordt hulp op maat geboden. Hierbij wordt samengewerkt met het sociaal domein (zoals via de Aanpakkers), deA en andere externe stakeholders.
|
2.1.3 In 2030 is in totaal 3.600 TJ opgewekt. |
---|
Opwek van duurzame energie doen we via opwek van zon in de gebouwde omgeving en zonneparken. We realiseren zonneparken in de gebieden Beemte-Broekland en Wenum Wiesel. In de Zuidrand stellen we een energiemix op waar duurzame zonopwek via zonneparken en windenergie onderdeel van uitmaakt. Ook wordt in het kader van programma Energie op Rijksvastgoed (OER) met Rijkswaterstaat verkend of gronden langs de A1 en A50 ingezet kunnen worden voor grootschalige zonopwek. Daarnaast wordt ingezet op lobby voor windenergie en opwek via overige bronnen, zoals warmte- en koude uit de buitenlucht met klein- en grootschalige warmtepompen, (ondiepe) geothermie, riothermie, biogas, zonthermie en aquathermie. We blijven inzetten op het realiseren en/of stimuleren van meer agri-pv op landbouwgrond, realisatie van erfmolens, het versneld inzetten op de realisatie van windturbines en het anticiperen op de ontwikkelingen van elektriciteitsopslag bij energie-opwekprojecten om het knelpunt ‘niet aansluitbaar’ op het elektriciteitsnet deels te verhelpen. In het actieplan 2026 worden de verschillende concrete activiteiten verder beschreven. |
2.1.4 We werken aan het energiesysteem van de toekomst op basis van onder andere een hernieuwd warmteprogramma. |
---|
Het energiesysteem van de toekomst bestaat uit meer dan duurzame opwek van elektriciteit. Voor een betrouwbaar energiesysteem is een energiemix nodig, waar opwek, opslag en distributie onderdeel van uitmaken. Op basis van het in 2025 opgeleverde Regionaal Programma Energievoorziening (opvolger van RES 1.0) worden in 2026 een lokale energievisie en het Warmteprogramma opgeleverd. Het Warmteprogramma is een actualisatie van de Transitievisie Warmte met een vooruitblik op de komende vijf jaren. |
2.1.5 We werken samen met partners aan vernieuwingen in infrastructuur voor warmte en elektriciteit om energiezekerheid te waarborgen. |
---|
Hierin hebben wij een faciliterende rol. Dit doen we door een besluit te nemen over de locatie van een nieuw onderstation in het zuiden van Apeldoorn, en voortzetting van de buurtgewijze aanpak i.s.m. Liander bij het realiseren van meer transformatorhuisjes in de bestaande stad en de dorpen. Daarnaast komen we samen met bedrijven tot oplossingen voor netcongestie, zoals het balanceren van energie tussen de bedrijven op het bedrijventerrein. Dit doen we door uitvoering te geven aan gebiedsgerichte aanpakken en door het faciliteren van een smart grid (balanceren, opwek, opslag) op Apeldoorn Noord en Zuid, Ecofactorij en Kieveen. Afhankelijk van de besluitvorming van warmtenet Kerschoten en de uitkomsten uit het onderzoek naar een geothermie warmtecentrale zal in samenwerking met partners gestart worden met het voorbereiden van de benodigde infrastructuur in 2026.
|
2.1.6 We hebben een definitief investeringsbesluit genomen en maken de eerste stappen naar een aardgasvrij Kerschoten. |
---|
Dit doen we door 70% deelname in de wijk op te halen en het publiek warmtebedrijf op te richten. Daarnaast wordt het warmtenet gefaseerd aangelegd in Kerschoten en wordt als samenwerkingspartner gestart met het realiseren van een warmtecentrale op het terrein van de rioolwaterzuivering van Waterschap Vallei & Veluwe. De particuliere woningeigenaren krijgen een woningadvies en we zorgen voor ondersteuning en doorverwijzing m.b.t. financiële regelingen voor de verschillende doelgroepen waaronder VVE’s en particuliere verhuurders en huurders. |
2.1.7 We werken toe naar wijkuitvoeringsplannen voor De Maten en Loenen. |
---|
Dit doen we door vanuit de warmtevraag- en aanbod strategieën voor duurzame warmte te verkennen en keuzes te maken voor het beste alternatief voor aardgas. Bij het opstellen van de wijkuitvoeringsplannen hanteren we een participatieve aanpak. Gedurende het proces voeren we gesprekken met bewoners en andere belangrijke stakeholders, zoals woningcorporaties, energiecoöperaties, de netbeheerder, scholen, VvE’s en andere doelgroepen. Deze gesprekken gaan over de mogelijke eindoplossingen binnen de kaders van de Transitievisie Warmte. Daarnaast gaan we samen met de woningeigenaren de wijk transitieklaarmaken voor de overstap naar de beoogde eindoplossing en ondersteunen we bewonersinitiatieven. De wijkuitvoeringsplannen zijn na vaststelling door het college, het vertrekpunt en het spoorboekje voor de daadwerkelijke overstap naar duurzame warmte van de wijk. |
Doelstelling 2.2
Doelstelling | ||
2.2 Een royale en veerkrachtige groen-blauwe omgeving voor mens, dier en natuur | ||
| Apeldoorn is de ‘groene en royale hoofdstad van de Veluwe’. We worden gekend en geroemd als een aantrekkelijke groene gemeente en willen dat koesteren, versterken en ontwikkelen. We zetten in op een robuuste groenblauwe hoofdstructuur als ruggengraat. Door de aanleg van meer en robuuster groen en water, door de openbare ruimte klimaatadaptief in te richten en natuurinclusief te ontwikkelen, beperken we de kwetsbaarheid voor klimaatverandering. We willen de hoeveelheid soorten planten en dieren in stand houden en vergroten, bij alle ingrepen die we (moeten) doen in onze openbare ruimte. Niet alleen voor nu, maar ook voor de toekomst. Groen heeft een positief effect op de gezondheid van mens en dier en draagt bij aan een uitnodigende en aantrekkelijke leefomgeving.
De Omgevingsvisie, het Groenplan, de Ecogids, de Bomennota, het Water- en rioleringsplan en het coalitieakkoord vormen hiervoor het onderliggende kader. Met de (uitvoerings)Agenda Klimaatadaptatie en Natuur geven we vanaf 2024 invulling aan de uitvoering via zes hoofdopgaven. Deze opgaven vullen we in met onze prestaties. Daarnaast nemen we deze opgaven ook mee in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, grote onderhoudsprojecten en het beheer via onze adviesrol in projecten.
De effectiviteit van de prestaties vertaalt zich indirect door naar de waardering van bewoners. Dit waarderingscijfer wordt bepaald aan de hand van tweejaarlijks onderzoek onder bewoners.
|
|
---|
Prestaties
2.2.1 Aanpakken hittestress |
---|
Door het vergroenen van de openbare ruimte dragen we bij aan het tegengaan van hittestress. Dit doen we door het toevoegen van koelteplekken of -routes en het toevoegen van groen onder andere meer groen (15%) bij groot onderhoud van straten en pleinen. Ook voegen we (grote) bomen toe op plekken waar daarvoor voldoende ruimte is. Via onze stimuleringsregelingen kunnen bewoners ook zelf in actie komen en bijdragen aan de vergroening van hun directe omgeving.
Prestaties We werken in 2026 aan de voorbereiding en realisatie van twee vergroeningprojecten (grote koelteplekken) in de Binnenstad. In aanvulling hierop zetten we in op realisatie van kleinere koelteplekken verspreid in de wijken. We gaan door met de subsidieregeling voor groene daken en Groeninitiatievenregeling en de actie tegenwippen. We verwachten 20 groeninitiatieven te realiseren, 20 subsidieaanvragen voor groene daken te behandelen en 300 aanvragen voor tegelwippen/tegeltaxi te honoreren (indicatie op basis van voorgaande jaren). Daarnaast willen we 25 bomen toevoegen op versteende locaties, extra bomen planten en actief (klein) groen toevoegen op kansrijke locaties. We onderzoeken de kansen voor vergroening van de winkelcentra in Apeldoorn-zuid en werken aan realisatie ervan. We implementeren het nieuwe bomenbeleid (oa Bomenplanner).
|
2.2.2 Herstellen natuurlijk watersysteem |
---|
In nauwe samenwerking met provincie en waterschap wordt er een basis gelegd voor het herstel van het natuurlijk watersysteem door een duurzamer peilbeheer en door meer water vast te houden. Zo herstellen we de ‘sponswerking’ van de stad en het landelijke gebied. De plekken met wateroverlast blijven we proactief oppakken.
De drinkwatervoorziening in Apeldoorn willen we ook voor de toekomst (met meer inwoners en een warmer klimaat) veilig stellen. Om verdroging tegen te gaan willen we de winning uit grondwater ook duurzamer inrichten en kijken naar andere bronnen voor drinkwater.
Prestaties Na twee succesvolle pilots gaan we voor onze vijvers onderzoeken waar we nog meer waterpeilen op kunnen zetten en hoe we dit kunnen combineren met natuurvriendelijke oevers. Uitkomsten uit een stresstest waterkwaliteit en de ecoscan van het waterschap helpen om per vijver te benoemen welke kwaliteit haalbaar is per vijverdeel. Jaarlijks koppelen we 6 ha verhard oppervlak af. In 2026 oa de Kalverstraat en in een groot deel van de wegen Beekbergen (Hagenweg, Wolterbeeklaan, Koningspage en Tullekensmolenweg) en de We bereiden een aantal nieuwe projecten voor. We zetten onze subsidieregeling afkoppelen voort.
Bij de uitleggebieden aan de Zuidrand is het herstel van het aanwezige natuurlijk systeem uitgangspunt. Dat doen we door bodem water sturend te ontwerpen.
We doen mee aan een pilot om inwoners bewuster met drinkwater om te laten gaan en een pilot om bij nieuwbouw waterbesparende technieken te implementeren. Met de provincie, het waterschap en Vitens verkennen we de mogelijkheden van een extra drinkwaterwinning ten noorden van Apeldoorn.
|
2.2.3 Doorontwikkelen groen blauw casco |
---|
Sinds 2002 werken we aan de realisatie van de Groene Mal. Vanuit de Omgevingsvisie en het coalitieakkoord ontwikkelen we de Groene Mal door naar een Groen Blauwe Hoofdstructuur (GBHS). In de GBHS worden groen en natuur ontwikkeld, natuurgebieden verbonden, water vastgehouden en recreatieve verbindingen gerealiseerd. Naar verwachting wordt eind 2025 de nieuwe GBHS aan de raad voorgelegd ter besluitvorming.
Prestaties We versterken groene verbindingen in de stad, passen de inrichting van 10 ha aan en verkennen de kansen voor het slechten van 3 barrières voor wandelaars en fietsers in de structuur. De focus ligt bij de ring (Mheenpark en Zuiderpark) en de bereikbaarheid van landgoed Woudhuis. We herstellen de Ugchelse beken, het zuidelijke deel van de Kayersbeek en Zwaanspreng. En we werken aan de voorbereiding van de verbinding Grift-Driehuizerspreng-Orderbeek.
We zijn begonnen met de realisatie van de GBHS in het buitengebied en zetten in op de ontwikkeling en inrichting van natte natuur, bos en waterberging. Dit doen we (deels) door verwerving van gronden. Gezien de randvoorwaarden van grondpositie, afstemming met bewoners, bedrijven en andere partijen in gebiedsprocessen en de noodzakelijke capaciteit gaat dit om langjarige processen. We willen de kansen die zich voordoen benutten. In het Wenumse- en Pagegaaibeekdal gaat het om 15 ha. Langs de Grift, Groote Wetering bij Landgoed Woudhuis en bij Klarenbeek gaat het om ca 10 ha. Binnen ontwikkelgebieden als de Zuidrand, Beekbergsepoort/woud, Groote Leigraaf, Groote Wetering en Beemte Broekland zijn we faciliterend aan de gebiedsvisies. We dragen voor maximaal 20 ha bij aan de actieve ontwikkeling waar kansen aanwezig zijn en in samenhang met het gebiedsproces. In Uddel is sprake van een grote opgave en doen zich veel kansen voor vanuit het gebiedsproces en de verbonden partijen en initiatiefnemers. Daar voorzien we in een totale bijdrage van ca 20 ha voor de aanleg van de GBHS.
Na vaststelling van de GBHS actualiseren we de Groenstructuurkaart.
|
2.2.4 Natuurinclusief ontwikkelen |
---|
Medio 2024 is de methodiek voor natuurinclusief en klimaatadaptief bouwen (NIKA-methodiek) en subsidieregeling vastgesteld.
Prestaties Vanaf het najaar 2024 is de NIKA-methodiek geïmplementeerd. We beoordelen NIKA-subsidieaanvragen en toetsen ruimtelijke ontwikkelingen of die ook daadwerkelijk aan de NIKA-regels voldoen.
|
2.2.5 Aanleggen Stadspark van Apeldoorn |
---|
Apeldoorn verfraait haar centrumgebieden - binnenstad, spoorzone en kanaalzone - door te verdichten en te vergroenen. We zoeken een nieuw soort Apeldoornse stedelijkheid. De centrumgebieden kennen straks een mix van stedelijke functies, waarbij we ook nieuwe groenstructuren aanleggen. Er komt meer hoogbouw. Er wonen meer mensen, die voor extra levendigheid in het centrum zorgen. Al deze veranderingen - minder winkeloppervlak en meer verblijf- en werk/woonfuncties - gaan samen met een radicale vergroeningsstrategie. De ambitie is dat onze binnenstad hét Stadspark van Apeldoorn wordt.
Prestaties We adviseren en dragen financieel bij aan het vergroenen van een aantal prioritaire straten. In 2025/26 gaat het om het Griftpark en de Grote Markthof. Daarnaast wordt bijgedragen aan het vergroenen van de Paslaan en de Wilhelmina Druckerstraat.
|
2.2.6 Behoud en versterken biodiversiteit |
---|
Apeldoorn heeft een grote rijkdom aan plant- en diersoorten; die biodiversiteit koesteren we, houden we in stand en versterken we. Om de hoeveelheid soorten te behouden en vergroten moeten we de variatie in verschillende leefgebieden behouden en leefgebieden robuuster maken. Een gezonde bodem en variatie in groenstructuren met vooral inheemse soorten is hierbij van groot belang. We geven invulling aan de 10% groen-blauwe dooradering van het landelijk gebied, deels samenvallend met het groen-blauw casco, deels door eigenaren te faciliteren.
Prestaties We ontwikkelen een monitoringsplan biodiversiteit om de effecten van het beleid en de doelstellingen uit de Omgevingsvisie te kunnen monitoren. Het uitgangspunt is een 0-meting op basis van reeds beschikbare gegevens om hiermee de toe- of afname te kunnen volgen. Een 5-jaarlijkse monitoring zal de effecten op termijn inzichtelijk maken. Op basis van een projectenlijst plannen we projecten in die de biodiversiteit versterken zoals vergroenen van winkelcentra en bedrijventerreinen, omvormen van weilanden naar biodivers groen en terugdringen van verharding. Ook faciliteren we particulieren bij aanleg van geveltuinen en “adopteren” van openbaar groen. Met onze tuinrangers helpen we inwoners om de tuin te vergroenen en biodiverser te maken. Verder bouwen we aan onze biodiversiteit door de realisatie van ecospots, implementatie ecologisch beheer van openbaar groen, landschapsversterking, het lespakket biodiversiteit en meer groen (zie overige prestaties). We pakken het onderhoud van poelen en faunapassages aan. We gaan door met het vergroten van het areaal openbaar groen dat biodivers beheerd wordt (bv bloemrijke bermen). In de grotere Apeldoornse projecten hebben we een adviserende rol om via inrichting en ontwerp bij te dragen aan de biodiversiteit. We voeren het soortmanagementplan voor gebouwbewonende soorten uit bij bouw- of renovatie aanvragen.
|
2.2.7 Verbeteren Dierenwelzijn |
---|
Dieren maken een essentieel onderdeel uit van de Apeldoornse samenleving en verdienen de zorg die daarbij hoort. Bovenop de wettelijke zorgplicht en opvang van zwerfdieren wil Apeldoorn het dierenwelzijn verbeteren. De wettelijke taak voor de opvang voor zwerfdieren heeft de gemeente belegd bij Dierenasiel Kuipershoek, dat rechtstreeks valt onder de Dierenbescherming. Dit is geregeld in een contract. De nota Dierenwelzijn is in 2024 geactualiseerd.
Prestaties We voeren de Nota Dierenwelzijn uit. We werken daarbij samen met partners als Politie en Dierenbescherming aan dierenwelzijn. Intern werken we in nauw overleg met Maatschappelijke Ontwikkeling, Veiligheid en Juridische Zaken. We werken aan het vergroten van bewustzijn en zorg voor dierenwelzijn door voorlichting en communicatie in samenwerking met onder andere de Dierenbescherming. We kijken daarbij ook naar de invloed van klimaat op dierenwelzijn.
In 2026 richten we ons op: - Opzetten Dier Team Apeldoorn - Herzien DVO met Dierenasiel Kuipershoek - Preventieplan plaagdieren - Inzet op preventie en voorlichting ter voorkoming van bijtincidenten - Nieuwe DVO met Accres over educatie door de kinderboerderijen
|
Doelstelling 2.3
Doelstelling | ||
2.3 Het opnieuw gebruiken van grondstoffen en het borgen van een gezonde fysieke leefomgeving | ||
| I. Het opnieuw gebruiken van grondstoffen
Apeldoorn heeft in het beleidsplan “Recycleservice 2025” het beleid voor huishoudelijk afval vastgelegd. Doelen zijn: we willen minder afval maken, we willen ons afval beter scheiden met als doel hoogwaardige recycling en we willen een schone leefomgeving. Het beleidsplan “Recycleservice 2025” is in 2025 geëvalueerd en de uitgangspunten zijn gelijk gebleven met een extra focus op afval preventie. Voor de evaluatie zijn het Apeldoornse bewonerspanel en onze directe samenwerkingspartners geconsulteerd. Ook zijn de vernieuwde nationale afspraken voor ingezameld PMD meegenomen.
Het overkoepelende doel is het komen tot een circulaire economie. Er zijn meerdere oplossingen om dat doel te bereiken. Sommige oplossingen dragen meer bij aan de circulaire economie dan andere. Om dat verschil weer te geven worden de oplossingen vaak als een ladder weergegeven, de zogenaamde R-ladder.
De belangrijkste treden van boven naar beneden: • Reduce • Reuse • Recycle
Bij reduce gaat het er om, dat er minder spullen gekocht worden, die men eigenlijk niet nodig heeft of zo sporadisch nodig heeft, dat bijvoorbeeld delen met de buren een duurzamere oplossing zou zijn.
Bij reuse gaat het om een afgedankt product (bijvoorbeeld een jas), dat in goede staat verkeert en door iemand anders ook als jas kan worden gedragen. Er zijn ook afgedankte producten die eerst gerepareerd, opgeknapt of gereviseerd moeten worden. Hierdoor wordt de levensduur verlengd en kan het product langer gebruikt worden.
Bij recycle gaat het om het verwerken van ingezameld materiaal tot grondstoffen, die weer voor een nieuw product gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld ingezameld PMD wordt een bloempot). Bij recycling nemen de oorspronkelijke materiaal-eigenschappen soms af.
Het gebruik van grondstoffen, energie (o.a. voor transport) en water neemt toe, als men lager op de ladder komt. • Als er geen spullen gemaakt worden, worden er geen grondstoffen, energie en water gebruikt. • Als de spullen een langere levensduur krijgen, hoeven er minder nieuwe complete producten te worden gemaakt. • Als de spullen gerecycled worden, is er water, energie en soms nieuw materiaal nodig (het nieuwe product bestaat meestal niet voor 100% uit gerecyclede grondstoffen). Ook is er transport nodig voor inzameling, recyclage, fabricage (van het nieuwe product) en verkoop.
Sommige treden van de ladder vallen deels buiten het invloedgebied van de gemeente. De inwoner beslist namelijk zelf of hij wel of niet het allernieuwste model smartphone aanschaft, wel of niet zijn boormachine aan de buren uitleent enz.. Met voorbeeldprojecten en communicatie kan de gemeente de inwoners wel stimuleren om duurzamer met spullen om te gaan (bijvoorbeeld de samenwerking met Zero Waste Apeldoorn, kringloopwinkels en het repaircafe).
De trede recycle ligt duidelijk binnen het invloedgebied en zelfs binnen de verantwoordelijkheid van de gemeente (de gemeente is verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijk afval). Door de inwoners te stimuleren hun afval goed te scheiden en hun de mogelijkheid te bieden dat te doen, kunnen er veel grondstoffen worden ingezameld die tot soortgelijke of andere producten kunnen worden verwerkt. Het gaat hier niet alleen om de kwantiteit, maar vooral om de kwaliteit van het ingezamelde materiaal. Inzamelen heeft alleen zin, als het materiaal uiteindelijk gerecycled wordt of kan worden. De verwerkers leggen om die reden de lat steeds hoger.
II. Borgen van een gezonde fysieke leefomgeving
Door met de inzet van onze Omgevingsdienst, op adequate wijze uitvoering te geven aan de wettelijke milieutaken, op het gebied van milieuvergunningverlening, -toezicht, -handhaving en rechtsbescherming, voorkomen we vermijdbare milieuschade en borgen zo ook een gezonde en fysieke leefomgeving.
Daarnaast werken we, ondersteund door de specialistische adviezen van onze Omgevingsdienst, aan het verbeteren van de milieukwaliteit (bovenwettelijk), op het gebied van luchtkwaliteit, geluid, bodem en ondergrond, asbest en omgevingsveiligheid.
Op het gebied van luchtkwaliteit richten wij ons in 2026 e.v. op het blijvend verbeteren van de lokale luchtkwaliteit. We voldoen aan de huidige EU-grenswaarden en op veel plekken reeds ook aan de nieuwste EU-grenswaarden voor 2030. Aan de nieuwste WHO advieswaarden wordt vrijwel nergens voldaan, hiervoor zijn ook landelijke inspanningen van het Rijk noodzakelijk. We blijven ons inspannen door bijvoorbeeld het nemen van verkeersmaatregelen in de binnenstad en op het gebied van schoon- en emissieloos bouwen. We rapporteren jaarlijks over de indicatoren stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10 en PM2,5) en roet.
Voor geluid streven we de geluidsbelasting op gevels van woningen te verminderen tot maximaal 63 dB. Hiervoor is een Actieplan Geluid 2024-2028 vastgesteld https://www.apeldoorn.nl/college-van-b-en-w/ter-inzage/beleidsnota-s/actieplan-geluid-apeldoorn-2024-2028- waarin deze plandrempel is opgenomen. In het Actieplan worden knelpunten geïnventariseerd en oplossingen voor verbeteringen voorgesteld, in veel gevallen is dat stil asfalt. Hierbij zijn echter geen structurele middelen beschikbaar gesteld. Op de belangrijkste bron, snelwegverkeerlawaai, heeft de gemeente geen directe invloed.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2024 zijn de meeste structurele taken voor de kwaliteitszorg van de vaste bodem over gedragen van het bevoegde gezag Wet Bodembescherming provincie Gelderland naar de gemeenten. Deze nieuwe rol voor ons bevoegd gezag betekent een forse uitbreiding van het takenpakket bodem. Het merendeel van deze taken vallen onder het wettelijk basistakenpakket van de Omgevingsdiensten en zijn dan ook (in aanvulling op de huidige bodemtaken) bij onze Omgevingsdienst neergelegd. Dit betreffen de beoordelings- , toezichts-, en handhavingstaken.
Asbest in onze leefomgeving vormt een gezondheidsrisico. Om die reden blijven we sanering van de asbestdaken stimuleren. Bij gebrek aan een wettelijk verbod zetten wij daarbij in op vrijwillige sanering om zo toch een versnelling van de sanering van asbestdaken te bewerkstelligen. We streven naar een saneringsdoelstelling van 10% per jaar. Middels het bijhouden van een asbestdakenkaart worden de saneringen bijgehouden en gemonitord. De versnelling van de sanering van asbestdaken doen we door stimuleringsacties en voorlichting voor zowel burgers als bedrijven. We informeren en adviseren bedrijven en bewoners die eigenaar zijn van grond met daarop een pand met een asbesthoudend dak over de maatregelen die nodig zijn om het asbesthoudende dak te verwijderen en over bedrijven die deze maatregelen kunnen uitvoeren. In samenwerking met Circulus zorgen wij ervoor dat de milieustraten het extra aanbod van asbest door particulieren mogelijk maken. Hierbij zetten we dus in op een verantwoorde en veilige manier van saneren.
|
|
---|
Prestaties
2.3.1 De totale hoeveelheid afval (totaal van fijn restafval, grof restafval en grondstofstromen) per inwoner is in 2026 lager dan in 2024 |
---|
De totale hoeveelheid afval (totaal van fijn restafval, grof restafval en grondstofstromen) per inwoner is in 2026 lager dan in 2024
Deze prestatie is een uitwerking van de treden: • Reduce: het reduceren van de hoeveelheid afval. • Reuse: het verlengen van de levensduur van producten, waardoor er minder afval ontstaat.
Indicator: Aantal kilo’s fijn restafval per inwoner, aantal kilo’s grof restafval per inwoner, aantal kilo’s grondstoffen per inwoner per jaar. In 2024 waren dat in totaal afgerond 404 kg, waarvan: • 79 kg fijn restafval • 23,6 kg grof restafval • 301,2 kg grondstoffen
|
2.3.2 In 2026 wordt minimaal 55% van het huishoudelijk afval gerecycled |
---|
Het percentage van 55% (peiljaar 2025) zijn 1-op-1 ontleend aan de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen.
Er zijn een aantal factoren die deze prestatie beïnvloeden: • de hoeveelheid grondstoffen die gescheiden wordt ingezameld (er worden nog steeds grondstoffen in het restafval aangetroffen, die daardoor niet gerecycled kunnen worden). • de kwaliteit van de grondstoffen die gescheiden worden ingezameld (er worden in de grondstofcontainers nog steeds spullen aangetroffen, die er niet in thuishoren). Daardoor worden er grondstofstromen afgekeurd. Deze komen niet voor recycling in aanmerking. • de verwerkers stellen steeds hogere eisen aan de kwaliteit van de grondstofstromen. Dit betekent dat er bij gelijkblijvende vervuiling steeds meer grondstofstromen worden afgekeurd en niet voor recycling in aanmerking komen.
Indicator: Recyclingpercentage per grondstofstroom (papier/karton, PMD, glas, textiel, luiers-en incontinentiemateriaal, e-waste, bio-afval).
|
2.3.3 We ontwikkelen kennis en kunde op het thema van de circulaire economie, van lokaal tot Europees niveau. |
---|
Afvalproblematiek is vaak een signaalfunctie van andere problematiek (en omgekeerd). Om die reden verstevigen we de samenwerking met sociale partners, zoals de woningcorporaties en welzijnsorganisaties.
Met de andere Circulus gemeenten wisselen we kennis en ervaringen uit en trekken waar mogelijk samen in projecten op.
Landelijk zijn we actief in de Koplopersgroep Afvalpreventie (met onder andere een trainingsprogramma op zindelijkheid ter besparing van luiers en voedselverspilling), de Ambtelijke Werkgroep Afval
Voor de periode 2025 – 2028 nemen we deel in twee Europese samenwerkingsprojecten (Clear Cities en E6). Het project E6 richt zich op levensduurverlenging van elektr(on)ische apparaten. Clear Cities richt zich op de uitdagingen rond afval bij verdichtingsopgaven (zoals de binnenstad).
Jong geleerd is oud gedaan. Daarom investeren we in educatie in het primair en voortgezet onderwijs en leggen ook hier de focus op preventie. De lessen zijn interactief: je leert iets met je hoofd èn met je handen (circular skills).
|
2.3.4 Inzet van onze Omgevingsdienst bij het uitvoeren (wettelijke) milieutaken en planadvisering |
---|
De Omgevingsdienst voert als verbonden partij de wettelijke milieutaken uit voor Apeldoorn. Daarnaast geeft de Omgevingsdienst milieuadvies bij gemeentelijke projecten en ruimtelijke ontwikkelingen en op het gebied van energie en circulariteit. Dit gebeurt op basis van een uitvoeringsprogramma, dat jaarlijks met de Omgevingsdienst wordt afgestemd en waarin meer concrete prestaties worden vastgelegd. De focus hierin is en blijft steeds het voorkomen van vermijdbare milieuschade en het borgen van een gezonde fysieke leefomgeving. De fusie van de OVIJ met de ODNV tot de Omgevingsdienst Veluwe in 2024 heeft voor een robuuste dienst gezorgd die in staat is de huidige en toekomstige taken goed uit te voeren.
Indicator • Middels het jaarverslag van de Omgevingsdienst wordt gerapporteerd over de behaalde resultaten. Het jaarverslag wordt ieder jaar gelijktijdig met de ontwerpbegroting van de Omgevingsdienst aan de Raad aangeboden. • In het jaarverslag zijn naast aantallen producten een aantal Kritische Prestatie-Indicatoren opgenomen. Tevens wordt in het jaarverslag gerapporteerd over de kwaliteitscriteria welke zijn bedoeld om de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (de VTH-taken) te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen.
|
Doelstelling 2.4
Doelstelling | ||
2.4 Realiseren en beheren van een openbare ruimte die veilig, toegankelijk, klimaatbestendig, toekomstbestendig, uitnodigend en gezond is | ||
| De openbare ruimte is de plek waar alles letterlijk en figuurlijk samen komt; het is de plek waar mensen elkaar ontmoeten, naar hun werk gaan, spelen, sporten en ontspannen. Het is ook de plek waar ambities rondom bijvoorbeeld klimaatadaptatie, biodiversiteit en circulariteit kunnen worden gerealiseerd. De openbare ruimte vervult daarmee een belangrijke rol in onze Brede Welvaart. |
|
---|
Prestaties
2.4.01 We houden de basis op orde; Dit betekent dat de kwaliteit van de wegen, paden en pleinen volgens bewonerspanel gewaardeerd op 7.0 of hoger |
---|
Via onze eigendommen (assets) in de openbare ruimte sturen we op de leefkwaliteit voor mens en dier. Die assets moeten allereerst functioneel en veilig zijn. In totaliteit beheren we de volgende assets, met een totale waarde van 2 miljard euro. We gaan hier nader op in, bij de paragraaf kapitaalgoederen.
Overzicht assets Groen 1.006 hectare groen 658 hectare bossen 66.000 bomen (exclusief bos) Wegen 1.063 hectare wegen 135 hectare hoofdwegen 610 hectare woonstraten 238 hectare ontsluitingswegen en buiten bebouwde kom 80 hectare fietspaden Kunstwerken 36 grote bruggen en tunnels 261 houten bruggen 10 tunnels 116 overige kunstwerken Riolering 1.041 km vrij verval 294 km persleiding 51.000 kolken 17 grotere gemalen 854 pompunits 8 fonteinen Openbare verlichting 31.360 masten 33.000 armaturen Technische infra 75 verkeersregelinstallaties 7 dynamische afsluitpalen 30 camera's Spelen en meubilair 200 grotere speelvoorzieningen 2.160 speelobjecten 33.000 stuks straatmeubilair 30.000 borden Gebouwen en gebieden 5 begraafplaatsen 5 parkeergarages 6 rijwielstallingen
|
2.4.02 We voorkomen onderhoudsachterstanden; Minimaal 80% van de openbare ruimte heeft een redelijke (technische) kwaliteit of beter |
---|
Veel assets lopen tegen het eind van hun levensduur. Momenteel (2023) ligt 76% van de wegen er nog goed bij. In 2021 was dit 78%. Onze norm (MPB) is 80%. De omvangrijke naoorlogse groei van Apeldoorn leidt 60 tot 80 jaar later tot een grote vervangingsopgave en er zijn meer vervangingen en investeringen nodig om de bestaande openbare ruimte op peil te houden. Wij blijven investeren in de verouderende wijken om de veiligheid te borgen en kapitaalvernietiging te voorkomen. |
2.4.03 We zorgen voor een biodivers fundament; We vermeerderen het aandeel bloemrijk grasland en gaan gefaseerd maaien |
---|
Waar het netjes houden van de openbare ruimte jarenlang de norm was, willen we nu de natuur meer de ruimte geven. Via ecologisch beheer kunnen we de biodiversiteit vergroten en ziekten en plagen beperken.
Er is sprake van een toename van het aantal ziekten en plagen. Zoals de Japanse Duizendknoop die soorten verdringt en het Mediterraan Draaigatje die voor overlast zorgt. We willen zorgen voor een grotere soortenrijkdom qua bomen en planten en ecologisch beheer om de ziekten en plagen te verminderen. De afgelopen jaren hebben we dat gedaan door meer wilde flora te realiseren, het concept Kleurkeur van de Vlinderstichting toe te passen en door minder te maaien. Het resultaat is een natuurlijkere en robuustere omgeving.
|
2.4.04 We kiezen voor bomen; We voegen bomen toe en verbeteren de groeiplaatsen van bestaande en nieuwe bomen. Zo neemt het kroonvolume toe. |
---|
Het belang van bomen is groot. Bomen vergroten de leefkwaliteit, geven zuurstof, verminderen hittestress, houden water vast en bieden voedsel en schuilplaatsen voor dieren. Bomen staan ook onder druk, door verdroging, verzuring bijvoorbeeld. Dit betekent dat we moeten investeren in groeiplaatsen voor bomen, het totale kroonvolume van bomen moeten vergroten en stenige omgevingen moeten omvormen naar groen. Voor een deel doen we dat natuurlijk al, onder meer via Bokashi voor de bomen en de actie Steenbreek voor het omvormen naar groen. |
2.4.05 We verminderen het gebruik van grondstoffen; Circulariteit is het uitgangspunt in ons eigen werk en bij in aanbestedingen |
---|
We willen het gebruik van grondstoffen verminderen, omdat we weten dat onze ecologische voetafdruk te groot is. Om die reden willen we onze eigen materialen hergebruiken en ook eisen stellen aan circulariteit bij inkoop van producten.
|
2.4.06 We geven bij circulariteit het goede voorbeeld; Het werfterrein in Zuid wordt omgevormd tot circulair terrein |
---|
Naast de locaties Kuipersmaat en Laan van Zodiak, willen we ook het werfterrein bij de werf in Zuid de komende jaren omvormen tot een circulair terrein. Deze vinden we door een deel van de opslagruimte die de brandweer gebruikt bij werkgebouw Zuid hiervoor te benutten (ruimten begane grond en verdiepingsvloer kas) en in beheer te brengen bij de afdeling Beheer en Onderhoud. |
2.4.07 We houden onze speel- en beweegtoestellen op orde; Via goed onderhoud en vervangingen wanneer dat technisch nodig is |
---|
We onderhouden momenteel ruim 2.000 speeltoestellen. Deze worden technisch beoordeeld en vervangen wanneer dat nodig is. |
2.4.08 We realiseren nieuwe speel- en beweeglocaties; We maken een uitvoeringsplan met een profilering waaraan nieuwe speel- en beweeglocaties moeten voldoen. |
---|
We streven naar een uitbreiding van het aantal plekken voor spelen bewegen en ontmoeten. In het coalitieakkoord “Handen uit de mouwen en aan de slag!” is afgesproken dat inwoners in hun buurt een plek moet vinden waar bewegen wordt gestimuleerd. Dit als een concrete vertaling van de “uitnodigende buitenruimte” die in de omgevingsvisie is benoemd. |
2.4.09 We zorgen voor voldoende aanbod voor begraven en cremeren in Apeldoorn |
---|
Apeldoorn heeft een breed aanbod aan begraafplaatsen. Heidehof, Soerenseweg, Beekbergen, Uddel en Wenum Wiesel zijn de openbare begraafplaatsen die door de afdeling Beheer en Onderhoud beheerd worden. Naast het beheer worden ook de begrafenissen gepland, zijn we voorloper bij uitvaarten en delven we graven waarvan de grafrechten zijn verlopen. Deze laatste taak zullen we in plaats van handmatig, met specialistisch gereedschap uitvoeren zodat dit op een goede en waardige manier uitgevoerd blijft worden. We zijn in gesprek met de exploitant van het crematorium over het beheersen van de (logistieke) stromen rond het crematorium. We zoeken naar de goede balans tussen het belang van het crematorium en de mogelijkheden voor nabestaanden om de graven in alle rust te bezoeken. Uitgangspunt is en blijft dat er evenwicht moet blijven tussen de kosten en de opbrengsten.
|
2.4.10 We realiseren een natuurbegraafplaats, mogelijk in combinatie met herinneringsbos |
---|
Wij willen het aanbod aan mogelijkheden voor begraven verbreden en onderzoeken of er een natuurbegraafplaats kan worden gerealiseerd. Daarnaast willen we een plek om te herdenken toevoegen. |
2.4.11 We beheren 6 rijwielstallingen en 5 parkeergarages |
---|
We willen voldoende mogelijkheden bieden voor het parkeren van gemotoriseerde voertuigen en rijwielen. Onze rijwielstallingen zijn op de locaties Marktplein, Stadhuis, Mariastraat, Hofstraat, Paslaan en ACEC. Het is mogelijk dat het aantal en de positie van deze stallingen wijzigt als gevolg van de plannen voor het centrum. Onze beheerders zijn gastheren en gastvrouwen voor de Apeldoornse binnenstad. We beheren en exploiteren daarnaast vijf parkeergarages. Dit zijn Marktplein, Haven Centrum, Brinkpark, Anklaar en Orpheus.
|
2.4.12 We hebben een storingsdienst die 24/7 op acute knelpunten in de openbare ruimte reageert |
---|
Onze storingsdienst is beschikbaar bij calamiteiten zoals bij ongelukken (afzetten wegen), acute knelpunten in de riolering of onveilige situaties in de openbare ruimte. |
2.4.13 We zorgen 24/7 voor gestrooide wegen binnen 400 meter van elke woning |
---|
Op basis van weeranalyses en metingen beoordelen we het risico op gladheid en gaan de helden van de gladheidsbestrijding met strooiers op pad. |
2.4.14 We bieden minimaal 100 collega’s vanuit de Participatiewet of (oude) Sociale Werkvoorziening werk in de openbare ruimte |
---|
Bij inclusie willen we als werkgever het goede voorbeeld geven. Dit doen we door mensen uit de participatiewet en de (voormalige) sociale werkvoorziening een goede werkplek te bieden bij de afdeling Beheer en Onderhoud.
We hebben een Strategisch Personeelsplan (SPP) ontwikkeld, waarin we alle ontwikkelingen die op ons afkomen inzichtelijk maken en beoordelen wat er nodig is om ook in de toekomst onze doelstellingen kunnen waarmaken. Daarin gaan we onder meer in op de krapte op de arbeidsmarkt en onze rol als inclusieve overheid.
|
2.4.15 We bieden werkleerlijnen en BBL plekken aan om mensen nieuwe stappen op de arbeidsmarkt te laten zetten |
---|
We werken met werkleerlijnen. Op deze manier bieden we nuttig werk en begeleiding en zo komen mensen met afstand tot de arbeidsmarkt weer een stap verder in hun ontwikkeling. Naast de werkleerlijnen bieden we BBL plekken aan, waarmee we mensen helpen op hun diploma te halen en op die wijze de stap naar werk kunnen maken.
|
Doelstelling 2.5
Doelstelling | ||
2.5 De vitale Veluwe: samen werken aan een vitaal en aantrekkelijk landelijk gebied | ||
| We versterken, herstellen en ontwikkelen onze Veluwse natuur zodat deze ruimte kan blijven bieden als toplocatie voor recreatief en toeristisch medegebruik. In verbinding met natuur, landschap en water is er ruimte voor kwalitatief hoogwaardig en duurzaam toerisme, worden bewoners en bezoekers gastvrij ontvangen en genieten zij volop van cultuur en erfgoed. De landbouw blijft, verduurzaamt en sluit beter aan op de natuur. Er ontstaat nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied. De leefbaarheid van het landelijk gebied en de dorpen neemt toe. De stad Apeldoorn is de groene en royale hoofdstad van de Veluwe die ons omringt en met een prettig leefklimaat een van de pijlers is van onze brede welvaart. |
|
---|
Prestaties
2.5.1 Versterken verbinding van de Veluwe en de IJssel |
---|
Samen met onze partners werken we aan de verbinding van de Veluwe en de IJssel. We sluiten hierbij aan bij de realisatie van de Groen Blauwe Hoofdstructuur (GBHS). In de GBHS worden groen en natuur ontwikkeld, natuurgebieden verbonden, water vastgehouden en recreatieve verbindingen gerealiseerd. We realiseren de Groen Blauwe Hoofdstructuur (deels) door verwerving van gronden. Gezien de randvoorwaarden van grondpositie, afstemming met bewoners, bedrijven en andere partijen in gebiedsprocessen en de noodzakelijke capaciteit gaat dit om langjarige processen. We zetten in op de verdere ontwikkeling van beekherstel Veluwe, waaronder de Wenumse beekdalen. Binnen ontwikkelgebieden als de Zuidrand, Beekbergsepoort/woud, Groote Leigraaf, Uddel, Groote Wetering en Beemte Broekland zijn we faciliterend aan de gebiedsvisies. We werken aan de uitvoering van het Masterplan IJsselvallei. Ook onderzoeken we de ontsluiting en gastvrijheid van het gebied voor toeristen en recreanten en hoe dit beter kan aansluiten op verderop gelegen recreatieclusters zoals Bussloo. We stimuleren kansen om hier aanbod te ontwikkelen die de druk op het Veluwe-massief verlichten.
|
2.5.2 Stimuleren van de transitie naar een toekomstbestendige landbouw |
---|
We werken samen met onze partners via de zes actielijnen uit ons Actieplan Landbouw mee aan een toekomstbestendige landbouw. Het behouden van de vitaliteit en leefbaarheid van het buitengebied is daarbij een belangrijk doel. Gebiedsgericht en maatwerk zijn hierbij sleutelbegrippen. Zoals gebiedsprocessen rondom de stikstofstroken N2000. Generiek zetten we in Apeldoorn onder andere in op actief relatiemanagement (o.a. door inzet van de relatiemanager en adviseur agrarische sector), het gebruik van netwerken waarin kennis wordt gedeeld en ontwikkeld, lobby (o.a. richting Rijk, provincie en Waterschap) en ons RO-instrumentarium (o.a. functieveranderingsbeleid). Apeldoorn is veelal niet leidend, maar zal faciliteren en inspringen op actuele kansen bijvoorbeeld met het opzetten van pilots binnen gebiedsontwikkelingen. In 2026 onder meer in GEUS, Beemte Broekland, Beekbergen Loenen en de Zuidrand.
|
2.5.3 Realiseren van optimaal bestemmingsmanagement op de Veluwe |
---|
Doel van het Masterplan Bestemmingsmanagement is om de recreatieve druk op kwetsbare gebieden te verlichten, de gastvrijheid en belevingswaarde voor onze bezoekers te verbeteren en te zorgen voor minder overlast en meer leefbaarheid voor onze inwoners. In samenwerking met onder andere terreinbeheerders, dorpsraden, particuliere initiatiefnemers en andere overheden dragen we met bestemmingsmanagement bij aan een beter spreiding van bezoekersstromen over de Veluwe. Het masterplan bestaat uit de projecten ontvangstlocaties op strategische plaatsen, monitoring van bezoekersstromen, aanbodontwikkeling, belevingsgebieden en excellent gastheerschap. Concreet zetten we in 2026 in op het ontwikkelen van twee toeristische overstappunten (TOP’s), bij de Loenense Waterval en bij Woudhuizen. Daarnaast gaan we de komende jaren enkele nieuwe startpunten realiseren en een groot aantal bestaande startpunten een kwaliteitsimpuls geven. Bij deze bestaande en nieuwe locaties werken we aan uniforme uitstraling, de Veluwestijl. Vanuit het project excellent gastheerschap is Toeristisch Informatiepunt 2.0 gerealiseerd. We verkennen in 2026 of we dit concept breder in gaan zetten. Verder inventariseren we alles wat er speelt rondom aanbodontwikkelingen, brengen we in beeld wat aanvullend nodig en mogelijk is vanuit bestemmingsmanagement en starten we met de uitvoering ervan. Door bezoekersstromen te monitoren meten we het effect van ons handelen en kunnen we bijsturen.
|
2.5.4 Versterken en ontwikkelen van vakantieparken in Apeldoorn |
---|
Met onze samenwerkingspartners blijven we proactief werken aan versterking en ontwikkeling van de vakantieparken door kennis te delen, het handelen af te stemmen en instrumentarium te ontwikkelen en toe te passen. Onze inspanningen doen we op het gebied van Innovatie, Herstructurering, Duurzaamheid, Sociaal en Veiligheid. Dit moet ertoe leiden dat de Veluwe de belangrijkste en meest gastvrije binnenlandse vakantiebestemming blijft. We blijven in Beekbergen Zuid gebiedsgericht inzetten op de ontwikkeling van de verblijfsrecreatie, de versterking van het routenetwerk en de natuurbeleving. We zorgen verder dat in Apeldoorn onze ‘basis op orde blijft’ door onder meer inzet op ‘1 park 1 plan’ en inzet van actief relatiemanagement op de parken. We werken aan uitvoering van het in 2025 opgestelde uitvoeringsplan handhaving om overlast door permanente bewoning tegen te gaan. We nemen actief deel aan het regionale programma Vitale Vakantieparken Veluwe. Onze inzet is erop gericht dat vakantieparken meer gebruik maken van de diensten van het programma. Met andere Veluwse gemeenten en Vitale Vakantieparken Veluwe nemen we stelling tegen de recente Instructieregel voor bewoning recreatiewoningen vanuit de Rijksoverheid. |
2.5.5 Realiseren van een toekomstbestendig Uddel/GEUS. |
---|
In GEUS (Garderen, Elspeet, Uddel, Speuld) zijn we samen met het gebied en onze overheidspartners volop aan de slag met de uitvoering van het vastgestelde gebiedsplan GEUS en bijbehorende projecten die onderdeel uitmaken van de Ontwikkelstrategie. Een belangrijk project vormt de planvorming voor het deelgebied Uddelerveen. In Uddel werken we overkoepelend aan de ontwikkelvisie voor Uddel, ‘AAN DE SLAG’, voortbordurend op het gebiedsplan GEUS, de omgevingsvisie en de vitaliteitsagenda. Daarbij wordt een ontwikkelstrategie opgesteld die inzicht geeft in hoe gaan we Uddel de komende jaren concreet tot ontwikkeling brengen. Geladen met projecten, inzicht in de kosten en een blik op de toekomst, zetten we in 2026 en daarna in op realisatie. Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling van het dorpshart, twee woningbouwvlekken en het bedrijventerrein. Daarnaast gaan ook functieveranderingstrajecten door.
|