Paragraaf

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Bij de jaarrekening 2024 hebben we gezien dat Apeldoorn er financieel gezien goed voorstaat. De kengetallen die hier uitdrukking aan geven waren positief. Tegelijkertijd hebben we als gemeente grote ambities voor de toekomst. Dit leidt tot het inzetten van een deel van het eigen vermogen om uitvoering te kunnen geven aan die ambities. Grotendeels is hierover al besloten in voorgaande meerjarenbegrotingen. Om risico's en tegenvallers op te kunnen vangen, blijft uiteraard een bedrag in de Algemene Reserve beschikbaar. De minimale hoogte van dit bedrag is gerelateerd aan het gekwantificeerde risicobedrag via de weerstandsratio. Deze weerstandsratio is 1,4; het risicobedrag wordt met 40% verhoogd voor onvoorziene risico's en tegenvallers. We stellen bij deze begroting voor om de risico's van het grondbedrijf buiten deze verhoging te houden en hiervoor een weerstandsratio van 1,0 aan te houden. Deze paragraaf en onderstaande kengetallen geven inzicht in onze financiële positie.

De onderstaande figuur geeft uitleg over de belangrijkste financiële kengetallen die we als gemeente gebruiken om inzichtelijk te maken hoe we er financieel voor staan.

 

 

 

Bij de vaststelling van de Kadernota Reserves en Voorzieningen in mei 2023 is ook onderstaande normtabel vastgesteld. De tabel geeft een waardering aan de belangrijkste kengetallen die daaronder zijn uitgewerkt.

 

NORMEN

CATEGORIE A

CATEGORIE B

CATEGORIE C

Minst risicovol

Gemiddeld risicovol

Meest risicovol

 

 

Goed

Voldoende

Onvoldoende

1a

Netto schuld quote

< 90%

90% - 130%

> 130%

1b

Netto schuld quote excl. leningen

< 90%

90% - 130%

> 130%

2

Solvabiliteitsratio

>50%

20% - 50%

< 20%

3

Grondexploitatie

<20%

20% - 35%

> 35%

4

Structurele exploitatieruimte

>0%

0%

<0%

5

Belastingcapaciteit

<95%

95% - 105%

>105%

 

Onderstaande tabel bevat de berekende kengetallen die horen bij bovenstaande tabel, plus nog drie andere kengetallen. Voor de drie additionele kengetallen geldt dat voor de weerstandsratio bij deze MPB wordt voorgesteld om de risico's van het grondbedrijf hier buiten te laten. De andere twee kengetallen kennen geen normering. Onder de tabel volgt verdere uitleg bij de verschillende kengetallen.

 

Indicator / kengetal

Peildatum / verwerkt in P&C-document

31-12-2024

1-9-2024

1-9-2025

 

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

Norm

1a

Netto schuld quote

47,37%

64,26%

70,64%

78,52%

83,99%

84,65%

<90%

1b

Netto schuld excl. leningen

44,03%

60,62%

67,40%

75,45%

81,05%

82,52%

<90%

2

Solvabiliteitsratio

34,22%

27,81%

22,68%

19,58%

18,77%

18,24%

>20%

3

Grondexploitatie

0,55%

1,95%

3,28%

4,80%

6,00%

5,14%

 

4

Structurele exploitatieruimte

1,44%

0,46%

2,19%

1,99%

2,00%

-0,62%

 

5

Belastingcapaciteit

98,49%

98,49%

95,35%

95,35%

95,35%

95,35%

 

6

Weerstandsratio (excl. grondbedrijf)

2,34

1,91

1,56

1,51

1,73

1,76

>1,4

7

Eigen vermogen incl. resultaat x miljoen

€ 262,26

€ 218,76

€ 196,45

€ 183,81

€ 188,64

€ 184,68

 

8

Kapitaallastenratio

3,70%

4,86%

4,37%

4,77%

5,42%

6,64%

 

 

Netto schuldquote
Voor een financieel gezonde situatie moet deze netto schuldquote lager zijn dan 90%. Bij de jaarrekening 2024 was deze hier ruim onder. Met deze begroting laat dit kengetal een stijgende trend zien. De gecorrigeerde schuldquote blijft beneden de 90% in de laatste jaarschijf. Met de besteding van een deel van de reserves (voor incidentele uitgaven/projecten) en voorliggende investeringen (ook voor grondbedrijf activiteiten) verwachten wij een oplopende schuldquote. Hiermee ontstaat een toename van ons bezit (vaste activa) in de komende begrotingsjaren. In de paragraaf Financiering gaan we hier uitvoeriger op in.

Solvabiliteit (eigen vermogen / totale passiva)
Onze solvabiliteit is met de jaarrekening 2024 op een prima niveau van ruim 34% uitgekomen. Met de bestedingen van reserves voor onze ambities en nieuwe investeringen in de komende jaren zal de verhouding tussen dat deel wat met eigen geld is betaald en het totale bezit lager worden. Dit leidt tot een prognose van de solvabiliteit die in latere jaren onder de norm van 20% uitkomt. Dit komt enerzijds doordat de reserves (vooral de Algemene Reserve en het AOF) dalen vanwege gedeeltelijke inzet hiervan voor onze ambities. Anderzijds stijgt juist het totale vermogen (de totale balans) doordat de komende jaren veel en grote investeringen gepland zijn. Het balanstotaal stijgt in de prognose van € 766 miljoen eind 2024 naar ruim € 1 miljard eind 2029, met name als gevolg van investeringen. Als het eigen vermogen niet meestijgt, heeft dat een negatief effect op de solvabiliteit. In de kadernota reserves en voorzieningen 2023-2026 is afgesproken dat als we onder de 20% dreigen te raken, maatregelen worden voorgelegd aan de raad in de eerst volgende voorjaarsnota. Met deze prognose dreigen we onder de 20% uit te komen in latere jaren. We zullen hier dan ook extra aandacht aan gaan besteden en volgend jaar hierop terug komen met een actualisatie en een voorstel hoe hiermee om te gaan. Die actualisatie is relevant omdat investeringen niet altijd volgens planning verlopen. Eventuele vertragingen in investeringen heeft als effect dat de solvabiliteit minder snel daalt. Maar uiteraard is onze ambitie juist om de gewenste investeringen in onze gemeente volgens planning door te zetten. En bijvoorbeeld ook de aanwijzing van het BSK-gebied als grootschalige woningbouwlocatie door het Rijk, zal invloed hebben hierop. De vraag is hoe om te gaan met de gevolgen van deze ontwikkelingen op de solvabiliteit en we zullen hier volgend jaar op terug komen.

Grondexploitatie
We nemen een iets actievere rol in met betrekking tot de grondexploitaties om Apeldoorn verder door te ontwikkelen en dat vertaalt zich in een toename van dit kengetal. De risico's die daarmee samenhangen zijn verwoord in het risico deel van deze paragraaf.

Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door de omvang van onze incidentele baten en lasten. Tot en met 2028 is dit kengetal positief en zijn de structurele baten dus hoger dan de structurele lasten. In 2029 is de structurele exploitatieruimte negatief. Dit komt mede doordat in dat jaar de begroting niet sluitend is en de lasten dus hoger zijn dan de baten.

Belastingcapaciteit
Onze belastingcapaciteit is de verhouding tussen lokale woonlasten meerpersoonshuishoudens (peiljaar 2025) ten opzichte van de landelijk gemiddelde woonlasten (peiljaar 2025). Deze zijn gebaseerd op berekeningen van Coelo. In de berekening van Coelo zijn de woonlasten in Apeldoorn in 2025 € 1.004, terwijl de landelijk gemiddelde woonlasten op € 1.053 uitkomen. De gemiddelde woonlasten in Apeldoorn zijn daarmee wat lager dan het landelijk gemiddelde, wat resulteert in een belastingcapaciteit van 95,35%.

Weerstandsratio
Voor de berekening van de weerstandsratio wordt de beschikbare weerstandscapaciteit gedeeld door de benodigde weerstandscapaciteit. De ratio die hieruit voortkomt is genormeerd op minimaal 1,4. Bij deze MPB is voorgesteld om de risico's van het grondbedrijf hiervan uit te zonderen en met dit voorstel is rekening gehouden in de cijfers. Dat betekent dat het risicobedrag van het grondbedrijf één op één als buffer in de Algemene Reserve wordt aangehouden. Voor het risicobedrag van de overige risico's wordt een opslag van 40% aangehouden en dat bedrag wordt ook als buffer in de Algemene Reserve aangehouden. Wanneer de risico's van het grondbedrijf buiten beschouwing worden gelaten (zowel in de noemer als de teller), komt de weerstandsratio op 1,5 in 2027 om daarna nog iets te stijgen.

Eigen vermogen
Met de ambities die wij hebben, zal een deel van het eigen vermogen de komende jaren "geïnvesteerd" worden in de stad en daarmee afnemen richting  € 183,8 miljoen in 2027 en daarna nog iets stijgen.

Kapitaallastenratio
De kapitaallastenratio wordt berekend door het totaal van rente- en afschrijvingslasten met betrekking tot investeringen af te zetten tegen de totale lasten (excl. stortingen aan reserves). De kapitaallastenratio zegt iets over de mate van flexibiliteit van de begroting. Investeringen drukken door de kapitaallasten als last op de begroting, waardoor de flexibiliteit van de begroting afneemt. Er geldt geen wettelijke of andere norm voor deze ratio. Er is op dit moment geen zinvolle signaleringswaarde voor dit kengetal te bepalen op basis van literatuur of de praktijk van andere gemeenten. De informatiewaarde zit vooral in de ontwikkeling van de kapitaallastenratio over de tijd.

Deze pagina is gebouwd op 10/09/2025 16:50:39 met de export van 10/09/2025 16:33:19