Renterisico over de vlottende schuld
De kasgeldlimiet wordt conform de Wet FiDO berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2026 schatten wij de kasgeldlimiet voorlopig in op € 65,0 miljoen.
Beleidsvoornemens treasuryfunctie
Het beleid is er op gericht om, indien de rente voor kort lopende leningen lager is dan de rente voor leningen met een langere looptijden, de kasgeldlimiet optimaal te benutten. Bij extreem lage rente voor lange leningen is het mogelijk dat er eerder wordt besloten om kort lopende leningen om te zetten in langer lopende leningen. Daarnaast kunnen afwijkende renteontwikkelingen (bijvoorbeeld een hogere rente bij kortlopende leningen dan bij langer lopende leningen) redenen zijn om eerder langer lopende leningen aan te trekken.
Renterisico over de vaste schuld
Voor het renterisico over het begrotingstotaal geldt een norm van maximaal 20% per jaar. Dit houdt in dat wij in enig jaar niet meer dan een bedrag ter grootte van 20% van het begrotingstotaal aan herfinanciering dan wel renteherziening mogen hebben. Dat maximum percentage is door het Rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen. In onderstaand overzicht is dit voor onze gemeente weergegeven voor het lopende jaar en de komende 4 jaren.
Renterisico (bedragen x € 1 mln.) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
- Maximaal renterisico op vaste schuld | 35,0 | 55,0 | 25,0 | 40,0 | 35,0 |
- Renterisiconorm | 153,0 | 153,0 | 153,0 | 153,0 | 153,0 |
Ruimte onder de limiet | 118,0 | 98,0 | 128,0 | 113,0 | 118,0 |
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de renterisiconorm in 2025 en verdere jaren niet overschreden gaat worden en dat het maximale renterisico zelfs zeer ruim onder de toegestane norm blijft.
Voor 2026 houden we voorlopig rekening met € 60 miljoen aan nieuwe, lange leningen. Naast lange leningen zal sprake zijn van het financieren met kasgelden. Het te lenen bedrag is met name bestemd voor herfinanciering van bestaande leningen (€ 55 miljoen) en voor nieuwe investeringen. Wij verwachten dat, rekening houdend met enige onderuitputting van investeringen en inkomsten en uitgaven bij het grondbedrijf, per saldo de lange schuld zal oplopen. Zie verder het onderdeel ‘Gemeentefinanciering’.