1. Meer inwoners, en mensen die in Apeldoorn verblijven, zijn betrokken, doen mee, doen ertoe en voelen zich veilig en gelukkig
Hoofddoelstelling
1. Subjectief welzijn - Meer inwoners, en mensen die in Apeldoorn verblijven, zijn betrokken, doen mee, doen ertoe en voelen zich veilig en gelukkig
Doelstelling 1.1
Doelstelling | ||
1.1 Apeldoorn is een veilige gemeente (en dat willen we zo houden) | ||
| Ons doel is het behouden en verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid ten behoeve van de Apeldoornse inwoners, bedrijven en instellingen. In het Integraal Veiligheidsplan benoemden we diverse thema's waarop we, samen met onze partners, inzet plegen. Deze thema's zijn herkenbaar in de onderstaande prestaties. |
|
---|
Prestaties
1.1.1 Het rapportcijfer 'veiligheid in de buurt' is gelijk of hoger dan 7,6 (in 2022:7,5), het percentage inwoners dat zich veilig voelt (60% in 2022) is gelijk of gestegen, het aantal incidenten (23.555 in 2022) en misdrijven is gelijk of afgenomen. |
---|
In 2026 geven de politiecijfers, het burgerpanel en de veiligheidsmonitor zicht op het veiligheidsgevoel van inwoners van Apeldoorn en de daadwerkelijke incidenten. In 2026 levert het gemeentelijk informatieknooppunt zodanige informatie dat veiligheidsvraagstukken in breed perspectief kunnen worden aangepakt. In 2026 onderzoeken we de mogelijkheden van het toepassen van AI en passen die toe daar waar mogelijk en effectief.
|
1.1.2 Ten aanzien van het IVP thema gedigitaliseerde criminaliteit wordt niet meer dan 6% slachtofferschap ervaren en het aantal geregistreerde misdrijven gedigitaliseerde criminaliteit blijft gelijk of verminderd |
---|
In 2026 blijven we inzetten op preventie. Dit doen we onder andere door de inzet van het mobiel media lab, bedrijfsscans, voorlichtingsbijeenkomsten voor jongeren op school én daarbuiten en voorlichtingsbijeenkomsten voor ouderen en hackatons voor ondernemers. |
1.1.3 Ten aanzien van IVP-thema sociale kwaliteit ervaart niet meer dan 9% van de inwoners sociale overlast en het aantal incidenten sociale kwaliteit in 2024 is verminderd ten opzichte van 2023 |
---|
Door het met ketenpartners inrichten van een persoonsgerichte aanpak wordt in 2026 voortgezet wat er in 2025 is opgestart, namelijk een zeer kordate aanpak voor overlastplegers vanuit 'zorg' al dan niet in combinatie met 'straf'. Ondernemers in de binnenstad worden ondersteund in hun mogelijkheden om de sociale kwaliteit te verbeteren. Met instemming van de gemeenteraad in september 2025 wordt er verder uitvoering gegeven aan het plan van aanpak 'Veilig op stap in Apeldoorn'. |
1.1.4 Ten aanzien van het IVP-thema ondermijning en georganiseerde criminaliteit zetten we in op het signaleren en het integraal voorkomen, verstoren en verminderen van georganiseerde/ ondermijnende criminaliteit. |
---|
Wanneer de pilot 'bureau Bibob' als voldoende wordt geëvalueerd, krijgt deze in 2026 een structurele vorm. We actualiseren het mensenhandel- en sekswerkbeleid. In 2026 worden ook weer integrale controles georganiseerd. Handhaving vindt aansluitend en indien nodig plaats. |
1.1.5 Ten aanzien van het IVP-thema jeugdcriminaliteit en individuele probleemjongeren vermindert het strafbaar gedrag van jongeren in 2025 tov 2024. |
---|
Ten aanzien van het IVP-thema jeugdcriminaliteit en individuele probleemjongeren vermindert het strafbaar gedrag van jongeren in 2026 tov 2025. Preventie activiteiten bij sportverenigingen worden geïnventariseerd en landelijke preventiecampagnes over jeugdcriminaliteit uitgerold. Het convenant 'veilige school' wordt opgesteld. En ook blijven we in 2026 jeugdgroepen monitoren en in kaart brengen en starten we een traject voor deze groepen en individuen uit de groepen op. We dragen bij aan innovatieve samenwerkingsprogramma's met defensie ten behoeve van opleiding (met baangarantie) van jongeren, indien het college in 2025 daartoe besluit. |
1.1.6 De in- en externe bewustwording ten aanzien van ondermijning en georganiseerde criminaliteit wordt vergroot. |
---|
Een gemeentebrede preventiecampagne over ondermijning en georganiseerde criminaliteit wordt in 2025 en 2026 uitgerold in de organisatie en in de gemeente. Naast de publiekscampagne voor inwoners worden medewerkers van de gemeente Apeldoorn geïnformeerd en vindt er een congres plaats met meerdere workshops. Hierdoor komt er meer aandacht voor het interne meldpunt voor ondermijning en georganiseerde criminaliteit (en zorgfraude). |
1.1.7 We gaan informatie gestuurd werken door het verder doorontwikkelingen van het gemeentelijk informatieknooppunt (GIK) |
---|
Het Gemeentelijk Informatie Knooppunt is in basis ingericht. Deze manier van werken wordt in 2026 verder uitgebouwd. Als afdeling Veiligheid werken we mee aan de ontwikkeling van een analyse tool. Hierdoor versterken we het informatie gestuurd werken en zijn we nog beter in staat om aan de voorkant te komen (met onze ketenpartners) van veiligheidsissues. |
1.1.8 Meer zicht op de preventieve en repressieve aanpak van zorgfraude en het verbeteren van sturing op de samenhang in die aanpak. |
---|
We voeren het plan van aanpak zorgfraude uit. Het plan van aanpak is met name gericht op om zowel preventief als repressief te kunnen optreden tegen vormen van zorgfraude. Onderdeel daarvan is het organiseren van bewustwordingssessies en scherp kijken hoe we mogelijke fraudeurs buiten de deur kunnen houden. Bij een constatering van zorgfraude wordt procesmatig uitgewerkt hoe de aanpak moet plaatsvinden en met wie. Uitvoering wordt gegeven aan het IVP 2023-2026 en het Programma Integrale Veiligheid 2023-2026. |
1.1.9 Zorg en veiligheid verbeteren de samenwerking op complexe maatschappelijke problemen en dat doen zij op een doelmatige en doeltreffende manier. |
---|
In 2026 wordt ook in andere wijken verder uitvoering gegeven aan de ontwikkelde werkwijze, zoals die in de in de binnenstad plaatsvindt. Dit houdt in dat er door partners in de zorg én aan de justitiële kant, intensief, enthousiast en met het oog op mogelijkheden wordt samengewerkt, uiteraard met in inachtneming van alle geldende regels. Mensen die zorg nodig hebben, worden door één van de zorgpartners verder geholpen. Mensen die overlast veroorzaken in combinatie met criminaliteit en begrenzing nodig hebben, worden verder gebracht binnen het strafrecht. Overlastsituaties worden direct gestopt door integraal op te treden. Dit betekent door acties van de politie, inzet van zorg en aanpassingen te doen aan de openbare ruimte. |
Doelstelling 1.2
Doelstelling | ||
1.2 Voorkomen, beperken en bestrijden van incidenten, rampen en crises | ||
| Wij nemen deel aan de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG). De VNOG behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening met behoud van lokale verankering, conform de Wet veiligheidsregio's. Daarmee draagt de VNOG bij aan het behouden en verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheid van de Apeldoornse inwoners, bedrijven en instellingen op het gebied van fysieke veiligheid. |
|
---|
Prestaties
1.2.1 Op basis van een sterke informatiepositie van de veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland worden in 2025 meer mensen geleerd gevaar te voorkomen en wordt hulp verleend wanneer mensen dat nodig hebben bij een brand, ongeval of crisis |
---|
In samenwerking met partners voorkomen, beperken en bestrijden van incidenten, rampen en (langdurige) crises door informatie gestuurd en risicogericht te werken. Risicovolle situaties worden in beeld gebracht en gemonitord, eigenaren worden aangesproken, publiek geïnformeerd. Het personeel van de hulpverleningsdiensten staan paraat door het volgen van actuele opleidingen en oefeningen.
Bij incidenten, rampen en (langdurige) crises is de VNOG in staat om flexibel en slagvaardig op te treden. In de 2e helft van 2025 zal duidelijk zijn wat er aanvullend gerealiseerd moet worden in het kader van een weerbare en veerkrachtige samenleving, zodat de maatregelen die door het Rijk worden voorgesteld vanaf 2026 kunnen worden gerealiseerd. |
1.2.2 We bereiden ons preventief voor op natuurbrandbestrijding in verband met de te verwachte toename van onbeheersbare natuurbranden. |
---|
In 2026 worden maatregelen doorgevoerd die voortkomen uit een plan van aanpak natuurbrandbeheersing (2024). In 2025 is een start gemaakt met de implementatie van de maatregelen. |
Doelstelling 1.3
Doelstelling | ||
1.3 Inwoners vinden steun binnen het eigen gezin, omgeving, of in het netwerk en voorzieningen in de wijk. Wanneer dit niet voldoende is, sluiten we aan bij eigen leefomgeving met passende en samenhangende hulp. | ||
| De kracht van de ondersteuning dichtbij is om mensen die het (tijdelijk) niet op eigen kracht redden, te ondersteunen bij het ‘normale leven’, het op orde houden of het herstel daarvan. Op deze wijze wordt de inzet van geïndiceerde maatwerkvoorzieningen beperkt, vertraagd of voorkomen. We streven naar eigen kracht. Wanneer er ondersteuning vanuit gemeente noodzakelijk is streven we naar goede kwaliteit.
|
|
---|
Prestaties
1.3.1 Eind 2026 is bij 30% van het aantal hulpvragen het eigen netwerk of informele ondersteuning ingezet. |
---|
We zetten in op de zelfredzaamheid van de inwoner en kijken waar mogelijk naar opties om binnen eigen netwerk (aanvullende) ondersteuning te organiseren. Dit bevorderd de zelf en samenredzaamheid en voorkomt volledige afhankelijkheid van overheidsondersteuning. |
1.3.2 80% van de inwoners met een Wmo indicatie is tevreden over het contact met het wijkteam. |
---|
We willen dat inwoners zich gehoord en geholpen voelen. Prettig en professioneel contact met de toegang bevorderd de samenwerking met de inwoner, en helpt om de kernvraag sneller op tafel te krijgen. Ook helpt prettig contact met de toegang het vertrouwen in de overheid en samenleving te versterken.
|
1.3.3 80% van de inwoners met een Wmo indicatie geven aan dat de ondersteuning die ontvangen wordt past bij de hulpvraag en is tevreden over de gekozen oplossing. |
---|
We monitor de tevredenheid onder inwoners van de ondersteuning die men ontvangen heeft. Dit is een vast onderdeel in het Cliëntervaringsonderzoek Wmo wat elk jaar uitgevoerd wordt. Hierbij kijken we zowel naar de tevredenheid, de historische trend en de vergelijking met gemeenten uit de referentiegroep.
|
1.3.4 80% van de inwoners is tevreden over de deskundigheid van de medewerker die hen geholpen heeft vanuit de toegang. |
---|
We bevragen inwoners op hun tevredenheid over de deskundigheid van de medewerker uit de toegang die hen heeft geholpen. |
1.3.5 Meer inwoners met een Wmo indicatie ontvangen ondersteuning van een vrijwilliger |
---|
De gemeente ondersteund inzet van vrijwilligers in het sociaal domein via subsidie. Dit netwerk aan vrijwilligers is actief via sociale aanbieders zoals De Kap, Stimenz of Humanitas, maar ook op individuele basis zetten veel vrijwilligers zich in. Vrijwilligers kunnen inwoners met een hulpvraag ondersteunen zodat geïndiceerde zorg niet, minder, of later noodzakelijk is. Zo worden in de wijkteams ambassadeurs informele zorg ingezet om de sociale basis optimaal te benutten bij de binnengekomen hulpvragen. In het Ciëntervaringsonderzoek Wmo monitoren we hoe veel inwoners met een Wmo indicatie ondersteund worden door een vrijwilliger. |
1.3.6 We stimuleren samenwerking tussen aanbieders Begeleiding Individueel aanbieders met een omzet van <€100.000 na 2026 niet meer zelfstandig te contracteren. |
---|
Deze beweging staat vastgelegd in de nieuwe inkoopvoorwaarde en maakt deel uit van de beweging naar strategisch partnerschap. Inzetten op een kleiner totaal aantal aanbieders draagt bij aan strategisch partnerschap doordat samenwerkingsafspraken beter te maken zijn met een meer beperkte groep. Kleinere aanbieders behouden de optie om via onderaannemer schap door te gaan. |
1.3.7 In 2026 zijn er minimaal 300 verwijzingen door huisartsen of POH naar het voorliggend veld. |
---|
Inwoners komen naar de POH en huisartsen met verschillende problematiek. Een deel hiervan kan worden afgevangen door het voorliggend veld (welzijn). Vanuit welzijn op recept worden gekoppeld aan een vast contactpersoon (welzijnscoach) zodat de inwoners geholpen kan worden met de weg te vinden naar welzijn. |
Doelstelling 1.4
Doelstelling | ||
1.4 Meer inwoners kijken naar elkaar om en voelen zich thuis in de wijk. | ||
| Apeldoorn kent een groot en divers sociaal aanbod. Er zijn diverse mogelijkheden voor inwoners om elkaar te ontmoeten, helpen of van elkaar te leren. Maar ook voorzieningen van de gemeente en samenwerkingspartners bedoeld om de maatschappij te ondersteunen en versterken. Op bijna elke hulpvraag of sociale behoefte is wel een antwoord te vinden. De uitdaging is om vraag en mogelijkheid aan elkaar te kunnen verbinden. Hiervoor is overzicht nodig. Apeldoorn groeit, hierdoor kunnen we er niet altijd meer van uitgaan dat de informele netwerken van de inwoner voldoende zijn om de weg in het sociale aanbod te vinden. Ook nieuwe inwoners of inwoners met een kleiner sociaal netwerk moeten het sociale aanbod kunnen vinden. |
|
---|
Prestaties
1.4.1 We houden ouderen vitaal door meer ouderen te bereiken met de ketenaanpak valpreventie. Hiermee kunnen ouderen langer meedoen in de wijk. |
---|
Door inzet op valpreventie houden we ouderen langer zelfredzaam en stellen we een zorgvraag uit. Daarnaast blijven ouderen langer sociaal actief in de wijk. Hiermee voorkomen we naast zorgkosten ook sociaal isolement. We monitoren het aantal bereikte ouderen per jaar en sturen aan op groei. |
1.4.2 In 2026 bereiken we meer inwoners met de mantelzorgwaardering. |
---|
De mantelzorgwaardering wordt elk jaar door de gemeente aangeboden en uitgereikt in samenwerking met De Kap. De afgelopen jaren was er vaak sprake van een overschot op het budget voor de mantelzorgwaardering. Met het opzetten van extra publiciteit en het verkennen van extra mogelijkheden binnen de mantelzorgwaardering willen we het bereik vergroten ten opzichte van voorgaande jaren. |
Doelstelling 1.5
Doelstelling | ||
1.5 Meer inwoners zijn betrokken bij hun straat, buurt, dorp of stad | ||
| Inwonerbetrokkenheid is een belangrijke factor voor een leefbare stad. Betrokkenheid leidt tot inzet: kennis en ervaringen delen, meepraten en meedoen of zelf initiatieven nemen. Inwoners voelen zich vaak het meest betrokken bij hun directe leefomgeving: hun eigen straat, buurt of wijk. Dat stimuleren en ondersteunen we door het gebiedsgericht werken met Gebiedsmanagers en Initiatievenmakelaars, met de Vitaliteitsaanpak per gebied en met subsidieregelingen voor initiatieven. |
|
---|
Prestaties
1.5.1 In 2026 zijn er vitale(re) buurten, wijken en dorpen |
---|
In de loop van 2026 beschikt elke buurt, wijk en dorp over een vastgestelde Vitaliteitsagenda die in uitvoering is. Daarmee zorgen we voor een Apeldoornbrede basis voor het gebiedsgerichte werken. Op die basis bouwen we door met focus op de gebieden waar de veerkracht onder druk staat.
In 2026 komen we tot een beleidsmatige en financiële borging van de aanpak voor Spelen, Bewegen en Ontmoeten. |
1.5.2 In 2026 helpen we samen initiatieven verder |
---|
We willen graag dat elke inwoner zijn idee kan omzetten in een maatschappelijk initiatief. Daarom hebben we subsidieregelingen en Initiatievenmakelaars om de inwoners te begeleiden. Met de campagne ‘Een goed idee? Doe er iets mee!’ gaan we actief op pad om onze inwoners te informeren en stimuleren. Daarbij richten we ons extra op de buurten, wijken en dorpen waar nog maar weinig initiatieven worden genomen en op initiatieven op sociaal vlak. Ondersteuning daarvan met relatief geringe subsidies kan naar verwachting helpen bij de besparingsopgave op WMO en Jeugdzorg. We gaan ook andere partijen stimuleren om maatschappelijke initiatieven verder te helpen. Bijvoorbeeld door bij te dragen aan een crowdfundingscampagne, het aanbieden van een ruimte of het leveren van een bijdrage in natura. |
1.5.3 In 2026 gaan we proefdraaien met het Uitdaagrecht |
---|
De in 2025 van kracht geworden 'Wet versterking participatie decentrale overheden' verlangt van gemeenten dat er keuzes worden gemaakt voor de inzet van het Uitdaagrecht. In 2026 gaan we met het Uitdaagrecht proefdraaien om met elkaar te ontdekken of het zowel inhoudelijk als op het gebied van besparingen voor Apeldoorn van betekenis kan zijn. Wat daarvoor nodig blijkt verankeren we door wijziging of vernieuwing van de Verordening Participatie Apeldoorn 2022. |
1.5.4 In 2026 worden de lessen van de ABCD-pilot in de Horsten verankerd in het welzijnswerk |
---|
In 2026 blijven we hetgeen in de Horsten in gang is gezet nog extra ondersteunen. Daarnaast verankeren we de werkwijze in het welzijnswerk door van de welzijnspartij die met ingang van 2026 in Apeldoorn actief zal zijn te verlangen dat er Apeldoornbreed ABCD-gericht wordt gewerkt en het gedachtegoed verder wordt verspreid. |
Doelstelling 1.6
Doelstelling | ||
1.6 Alle inwoners van de gemeente Apeldoorn worden in gelijke mate behandeld en kunnen gelijkwaardig meedoen in een inclusieve en toegankelijke omgeving | ||
| Iedereen doet ertoe en kan mee doen. Samen met onze partners werken we structureel samen aan het creëren van fysieke, digitale en sociale toegankelijkheid en daarmee aan een inclusieve en toegankelijke omgeving waarin iedereen elkaar gelijkwaardig behandelt en geen belemmering ondervindt om gelijkwaardig mee te doen. Hiervoor realiseren we in 2026 diverse acties. |
|
---|
Prestaties
1.6.1 Het activiteitenoverzicht Inclusie wordt samen met inwoners en het inclusienetwerk verder aangescherpt en uitgevoerd. |
---|
Het aanpassen, aanvullen en recent houden van ons activiteitenoverzicht doen we samen met onze inwoners. |
1.6.2 We verbeteren de toegankelijkheid van openbare gebouwen en het openbaar gebied. |
---|
Openbare gebouwen en openbare ruimtes, worden op verzoek getoetst op toegankelijkheid. Hieruit volgen mogelijk nieuwe uitvoeringskaders voor bijvoorbeeld sportaccommodaties.
|
Doelstelling 1.7
Doelstelling | ||
1.7 We voelen ons samen sterker, inclusie van, voor en door Apeldoorners | ||
| Onze aanpak kenmerkt zich in van, voor en door Apeldoorners. We bouwen het inclusienetwerk daarvoor verder uit. Wij gaan samen met partners uit zorg en onderwijs, ondernemers, instellingen en verenigingen aan de slag met het verder brengen van inclusie en toegankelijkheid in Apeldoorn. |
|
---|
Prestaties
1.7.1. Door onze blijvende ondersteuning en aanjagende rol worden activiteiten uitgebreid en het cultuursensitief werken gestimuleerd. |
---|
Door meer en diverse culturele activiteiten te organiseren wordt de ontmoeting tussen doelgroepen gestimuleerd. De rol van de gemeente is hierbij ondersteunend.
|
2. Al onze inwoners en bezoekers een vitale, sociale, gezonde en inspirerende leefomgeving bieden, door te zorgen voor een optimale infrastructuur op het gebied van sport, cultuur en erfgoed.
Hoofddoelstelling
2. Sociaal Kapitaal - Al onze inwoners en bezoekers een vitale, sociale, gezonde en inspirerende leefomgeving bieden, door te zorgen voor een optimale infrastructuur op het gebied van sport, cultuur en erfgoed.
Sport, Cultuur & Erfgoed zijn belangrijk voor inwoners en bezoekers en bepalen in grote mate de identiteit van Apeldoorn, de stad, de dorpen en het buitengebied. Participeren in Sport, Cultuur & Erfgoed houdt mensen mentaal en fysiek gezond en geven uitdrukking aan waar we vandaan komen, wie we willen zijn en wat we kunnen worden. Het zorgt voor een gezonde balans, verrijking, verdieping, inspiratie, ontspanning en ontmoeting. Kortom: het brengt leven in de brouwerij! Als gemeente hebben we de taak ervoor te zorgen dat er een goede infrastructuur staat, dat het aanbod toegankelijk is en dat onze inwoners kunnen meedenken en vooral -doen! Iedere inwoner van Apeldoorn moet zich op sportief, cultureel en erfgoedgebied kunnen ontplooien. |
---|
Doelstelling 2.1
Doelstelling | ||
2.1 Een functionele en toekomstbestendige sportinfrastructuur | ||
| De groei van Apeldoorn brengt met zich mee dat mogelijk ook de vraag naar het benodigde aantal sportaccommodaties toeneemt. Het monitoren van vraag een aanbod naar sportaccommodaties is van belang zodat het inpassen van nieuwe en of het aanpassen naar eigentijdse sportcomplexen in de groeiende stad tijdig wordt voorzien. De gemeentelijke taak is dat met betrekking tot de zwem- en binnensport niemand aan de kant staat, voor iedere zwem- en binnensport(vereniging) is er een betaalbare plek om mee te doen. Sportparken worden waar mogelijk multifunctioneel gebruikt en zijn openbaar waardoor er een goede bezetting ontstaat.
|
|
---|
Prestaties
2.1.1 Op het 3e veld van Apeldoornse Boys wordt een sport- en turnhal gerealiseerd. |
---|
De gemeente Apeldoorn werkt aan toekomstbestendige en toegankelijke sportvoorzieningen voor haar inwoners. In dit kader wordt ingezet op de realisatie van een nieuwe sport- en turnhal op het 3e veld van voetbalvereniging Apeldoornse Boys. Deze hal moet niet alleen voorzien in de groeiende behoefte aan turnfaciliteiten, maar ook ruimte bieden voor breedtesport en sportverenigingen. In de eerste fase (2026) ligt de focus het uitvoeren van de benodigde onderzoeken, het definitief maken van het programma van eisen in overleg met gebruikers, en het doorlopen van een aanbestedingsprocedure ten behoeve van het ontwerp en de bouw. De verwachte realisatieperiode start na deze voorbereidingsfase, waarbij in de periode MPB 2026–2029 de benodigde middelen en stappen zijn opgenomen om het project daadwerkelijk uit te voeren. Door tijdige voorbereiding en heldere besluitvorming kan een hoogwaardige en multifunctionele sportvoorziening worden toegevoegd aan de sportinfrastructuur van Apeldoorn.
|
2.1.2 In 2026 stelt de gemeenteraad een beleidskader vast voor sportaccommodaties, op basis van voorafgaand door de raad vastgestelde uitgangspunten. |
---|
In 2026 wordt ingezet op het vaststellen van een beleidskader voor sportaccommodaties. Dit kader vormt een belangrijke stap in de ontwikkeling van een toekomstbestendige sportinfrastructuur in Apeldoorn. De gemeenteraad geeft richting aan dit beleid op basis van uitgangspunten die in samenwerking met de raad en relevante stakeholders zijn opgesteld. Het beleidskader zal duidelijkheid bieden over de rol van de gemeente bij eigendom, ondersteuning en beheer van sportaccommodaties. Hiermee wordt toegewerkt naar een gelijk speelveld voor sportverenigingen, ongeacht hun eigendomssituatie. Daarnaast draagt het bij aan transparantie in subsidieverlening, het voorkomen van willekeur en het versterken van maatschappelijk vertrouwen. Vanaf 2026 worden de uitgangspunten vertaald naar concreet beleid dat toepasbaar is op bestaande en nieuwe situaties in de stad. Bij het uitwerken van het beleidskader is er nadrukkelijk aandacht voor het opstellen van spelregels t.b.v., ondersteuningscriteria voor sportaccommodaties en welke sporten we ondersteunen en wordt ingezet op het creëren van een gelijk speelveld tussen huur en eigendom Met het oog op de groei van Apeldoorn wordt tegelijkertijd gewerkt aan het toekomstbestendig houden van het sportlandschap. Monitoring van vraag en aanbod, het inspelen op veranderende sportbehoeften en het creëren van toegankelijke, betaalbare sportplekken voor iedereen staan hierbij centraal.
|
2.1.3 We bepalen of we in Omnisport gaan investeren om deze ook in de toekomst als topsportaccommodatie te behouden en optimaliseren waar mogelijk het gebruik. |
---|
Omnisport Apeldoorn bestaat 18 jaar en is door haar A-status de enige locatie in Nederland waar Europese en Wereldkampioenschappen baanwielrennen en atletiek mogen worden gehouden. Ook voor internationale volleybalwedstrijden is Omnisport ideaal vanwege haar hoogte, tribunecapaciteit, bereikbaarheid en ligging. In de multifunctionele sportaccommodatie vinden daarnaast ook congressen, publieksevenementen, vergaderingen en andere zakelijke evenementen plaats. Om Omnisport ook in de toekomst aan de huidige (top)sporteisen te laten voldoen, is investeren in de (top)sportvoorzieningen noodzakelijk. Het Hypercube onderzoek naar Omnisport als topsportaccommodatie, waarbij exploitant Libéma, de sportbonden, NOC-NSF en verenigingen nauw betrokken zijn, moet beter inzicht geven in de noodzakelijke investeringen, het optimale gebruik en de gevolgen van het bieden van extra ‘ruimte’ aan de topsport op de exploitatie van Omnisport. Het is noodzakelijk om hier een keuze in te maken aangezien alle gebruikers (breedte-, topsport en zakelijke markt) graag meer gebruik wensen te maken van de beperkt beschikbare ruimten en uren. Op basis van de te maken bestuurlijke keuze met betrekking tot het gebruik van Omnisport, wordt in 2026 met de verschillende gebruikers de toekomstige invulling en samenwerking, inclusief de benodigde investeringen en kansen, nader uitgewerkt. |
Doelstelling 2.2
Doelstelling | ||
2.2. Een verhoogde vitaliteit van inwoners en een versterkte sociale binding door sport, bewegen en urban sports & arts | ||
| De maatschappelijke meerwaarde van sport en bewegen is groot. Sport brengt mensen bij elkaar, geeft plezier, helpt talenten te ontwikkelen, draagt bij aan burgerschaps-vaardigheden, leert omgaan met tegenslagen en biedt veel mogelijkheden voor vrijwilligerswerk. Sport en bewegen dragen er aan bij dat inwoners gezond(er) zijn en dat ook zo ervaren. De gemeente neemt hiervoor met het sport- en beweegveld de verantwoordelijkheid om dat voor alle inwoners laagdrempelig en toegankelijk te maken.
In het nationaal Hoofdlijnen Sportakkoord II Sport Versterkt staan door landelijke partners bekrachtigde ambities opgenomen die leidend zijn om sport in Nederland te versterken. Deze ambities zijn vertaald naar het lokale Sport- en Beweegakkoord II Apeldoorn. In samenwerking met maatschappelijke partners zoals Accres Sportservice, de Sportraad en sport- en beweegaanbieders is het doel om de beweegdeelname te verhogen, drempels tot sport en bewegen te verlagen, jongere kinderen beter motorisch te scholen, sportverenigingen kwalitatief te verbeteren, een zo divers mogelijk aanbod te creëren die voor iedereen toegankelijk is, talenten de mogelijkheid bieden zich te ontwikkelen op hun sport en verduurzaming van de sport. Hier zetten we vanuit de kadernota Sport & Bewegen en het lokale Sport- en Beweegakkoord II Apeldoorn op in.
|
|
---|
Prestaties
2.2.1 Het aantal initiatieven van Accres Sportservice Apeldoorn gericht op wijken en buurten met kwetsbare inwoners – waarvoor de drempel tot sport en bewegen het hoogst is – blijft in 2026 minimaal gelijk en groeit waar mogelijk verder. |
---|
Niet iedereen heeft evenveel mogelijkheden om deel te nemen aan sport en bewegen. Daarom zet Sportservice Apeldoorn (onderdeel van Accres) zich actief in om sport- en beweegactiviteiten toegankelijker te maken voor alle inwoners. De focus ligt daarbij op buurten en doelgroepen waar deelname aan sport en bewegen achterblijft. Met deze gerichte aanpak willen we de inzet van buurtsportcoaches en beweegcoaches effectiever maken, zodat iedereen de kans krijgt om in beweging te komen en te blijven. Ook voor kinderen en jongeren blijven we ons extra inzetten. We richten ons op scholen waar extra aandacht voor motorische ontwikkeling en beweegdeelname gewenst is. Zo zorgen we ervoor dat kinderen in Apeldoorn op jonge leeftijd positieve ervaringen opdoen met sport en bewegen, wat bijdraagt aan een actieve en gezonde levensstijl voor de toekomst.
|
2.2.2 In 2026 investeren we in vitale sport- en beweegaanbieders: we voeren de verenigingsmonitor uit en zetten verenigingsondersteuning, verenigings- en sportparkmanagement in. |
---|
Toekomstbestendige en maatschappelijk betrokken sportverenigingen zijn ons belangrijkste kapitaal als het gaat om een sportieve en verbonden samenleving. Voor het versterken van sportverenigingen wordt vanuit de kadernota Sport en Bewegen en het Sport- en Beweegakkoord ingezet op het thema ‘Vitale Sport- en Beweegaanbieders’. Door het uitvoeren van de Verenigingsmonitor onderzoeken we hoe de sportverenigingen in de gemeente ervoor staan. De resultaten worden gebruikt om de ondersteuning van verenigingen toe te spitsen op de behoefte van de sportverenigingen. Daarnaast wordt de pilot verenigings- en sportparkmanagement voortgezet, met als doel het verder professionaliseren van de verenigingen door betaalde krachten, die niet alleen ondersteunen, maar met name de vrijwilligers ontlasten, ondersteunen en begeleiden in hun werkzaamheden en verbindingen leggen in de wijk met samenwerkingspartners (sport als middel). Aan de hand van de evaluatie van de inzet van verenigingsmanagement in 2025 en sportparkmanagement in 2026 en beschikbaar budget wordt bepaald op welke wijze de inzet van de verenigings- en sportparkmanagers wordt voortgezet. |
2.2.3 Eind 2026 voldoen meer sportaanbieders aan de basiseisen sociale veiligheid. |
---|
Een sociaal veilige sportomgeving is essentieel om met plezier, vertrouwen en zonder angst te kunnen sporten. Door sport veilig en verantwoord te organiseren, creëren we een stevige basis voor iedere sportende Apeldoorner – van jong tot oud. In aansluiting op het Nationaal Sportakkoord II en de landelijke werkwijze voor sociale veiligheid, hanteren we lokaal de vier basiseisen voor sociale veiligheid. De gemeente Apeldoorn participeert hiervoor actief in de werkgroep Sociaal Veilige Sport van het Sport- en Beweegakkoord II Apeldoorn en werkt samen met de werkgroep en sportaanbieders aan bewustwording, ondersteuning en implementatie, zodat het aantal sportverenigingen dat voldoet aan de basiseisen eind 2026 gestegen is ten opzichte van de nulmeting van eind 2025. |
2.2.4 We blijven investeren in topsportevenementen en benutten de maatschappelijke waarde van topsport optimaal. |
---|
Topsportevenementen zijn van grote betekenis voor Apeldoorn. Ze versterken de nationale en internationale zichtbaarheid van de stad, dragen bij aan een positief imago en leveren economische meerwaarde op door onder meer bezoekers, bestedingen en media-aandacht. Daarnaast hebben ze een inspirerend effect op inwoners: het zien of beleven van topsport zet aan tot bewegen, deelname of betrokkenheid. In 2026 is Apeldoorn gaststad voor meerdere aansprekende evenementen, waaronder het WK Paracycling, wedstrijden van de Nations League met de Nederlandse volleybaldames en in 2027 voor het WK beachvolleybal. Deze sluiten aan bij onze kernsporten: atletiek, volleybal en wielrennen. Door strategisch te blijven investeren in dergelijke evenementen versterken we Apeldoorn als sportstad met internationale uitstraling. Topsportevenementen bieden bovendien kansen voor samenwerking met lokale en (inter)nationale partners uit sport, onderwijs, bedrijfsleven en toerisme. Daardoor vergroten we niet alleen de sportieve, maar ook de maatschappelijke reikwijdte van deze evenementen. Onderdeel van deze aanpak zijn aanvullende activiteiten rondom het hoofdprogramma. Deze side-events – zoals sportclinics, scholenprojecten of buurtinitiatieven – maken het evenement laagdrempelig en toegankelijk voor een breder publiek. Ze versterken de betrokkenheid van inwoners en dragen bij aan verbinding in de stad. Ook vrijwilligers spelen hierin een belangrijke rol en doen waardevolle ervaring op. Binnen het bredere activatieprogramma is er aandacht voor inclusie, zodat zoveel mogelijk mensen zich welkom en betrokken voelen. Altijd met als uitgangspunt: topsportevenementen zijn geen doel op zich, maar een middel om Apeldoorn sportiever, aantrekkelijker en economisch sterker te maken.
|
Doelstelling 2.3
Doelstelling | ||
2.3 De infrastructuur van Cultuur en Erfgoed in Apeldoorn is vitaal en gericht op de toekomst (Fundament) | ||
| Onder ons fundament verstaan we het geheel van onze culturele infrastructuur en ons ruimtelijk erfgoed. Het samenspel van organisaties, locaties en huisvesting moet doelmatig en efficiënt zijn. Het culturele- en erfgoedprofiel wordt aangescherpt. We kijken naar het totaal en niet alleen naar de afzonderlijke organisaties. We werken aan de toekomstbestendigheid van ons erfgoed. |
|
---|
Prestaties
2.3.1 In 2026 starten we met een nieuwe organisatie voor Pop Apeldoorn. |
---|
Deze organisatie programmeert op diverse plekken in de stad en doet aanvullend onderzoek naar een grotere popzaal in Apeldoorn. |
2.3.2 Het grote verhaal van Apeldoorn is in het schooljaar 2026/2027 opgenomen in het aanbod voor scholen. |
---|
Dit aanbod is onderdeel van de Cultuur en Erfgoededucatie en in ieder geval beschikbaar gemaakt voor groep 5/6 en 7/8 van de basisschool en de eerste en tweede leerjaren van het middelbaar onderwijs. |
2.3.3 We stellen bij nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen cultuurhistorische inspiratiekaders op. |
---|
Hiervoor maken we gefaseerd onze cultuurhistorische (gebieds)analyses compleet, in 2026 wordt hieraan gewerkt, in 2027 ronden we dit af. |
2.3.4 We realiseren meer creatieve broedplaatsen in Apeldoorn. |
---|
Hiervoor maken we gefaseerd onze cultuurhistorische (gebieds)analyses compleet, in 2026 wordt hieraan gewerkt, in 2027 ronden we dit af. |
2.3.5 We zorgen ervoor dat het gebouw van Gigant weer toekomstbestendig is. |
---|
Het gebouw van Gigant wordt gezien als hèt talenthuis van Apeldoorn, deze moet kunnen voldoen aan al zijn functionaliteiten. |
Doelstelling 2.4
Doelstelling | ||
2.4 Iedereen kan zijn of haar talent ontwikkelen (Talentontwikkeling) | ||
| Apeldoorn wordt meer een gemeente waar talenten, van beginner tot top, elkaar inspireren. Zo versterken we ook het draagvlak voor Cultuur en Erfgoed. Alle kinderen moeten dicht bij huis kunnen deelnemen. We gaan meer jonge professionals aan ons binden en versterken ons profiel van Apeldoorn als stad en gemeente van talentontwikkeling. |
|
---|
Prestaties
2.4.1 We dagen in alle stadsdelen en dorpen onze inwoners uit om actief te worden op het gebied van Cultuur en Erfgoed. |
---|
We gaan verder waar we in 2025 mee gestart zijn, waarbij het vooral de bedoeling is dicht bij huis te activeren. Onze culturele partners werken hier volop in mee. Zo organiseert een ieder minimaal één activiteit in dorp of wijk. Hiermee vergroten we het cultuuraanbod in de wijken en dorpen en brengen de geschiedenis meer naar onze inwoners toe. |
2.4.2 We gaan met een Makersregeling ons culturele makersklimaat verbeteren. |
---|
Door een makersregeling te ontwikkelen kan je creatieve inwoners aan je blijven binden en stimuleren dat creatievelingen van elders zich in Apeldoorn willen vestigen. |
2.4.3 We gaan samenwerken met het HBO-onderwijs op het gebied van erfgoedopleidingen. |
---|
In 2025 is onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van het ontwikkelen van een HBO erfgoedopleiding. Hieruit blijkt dat de behoefte voor een dergelijke opleiding in dit deel van het land voldoende is aangetoond. In 2025-2026 wordt de planvorming concreter. We volgen deze ontwikkeling op de voet en werken actief mee aan de realisatie hiervan. |
Doelstelling 2.5
Doelstelling | ||
2.5. Apeldoorn wordt het grootste buitenpodium van Nederland (buitenbeleving) | ||
| De openbare ruimte is bij uitstek de plek voor laagdrempelige toegang tot Cultuur en Erfgoed voor alle inwoners. Als hoofdstad van de Veluwe en met veel groene ruimte hebben we een onderscheidend vertrekpunt dat we meer gaan benutten. |
|
---|
Prestaties
2.5.1 We zorgen in 2026 voor een jaarrond programmering in de buitenlucht, met minimaal 12 uitvoeringen. |
---|
We blijven hiervoor openlucht faciliteiten voor buitenoptredens verbinden aan onze cultuur- en erfgoedinstellingen. |
2.5.2 Er komen in 2026 minimaal 12 verwijzingen naar het grote verhaal van Apeldoorn in onze buitenruimte bij |
---|
Dit doen we door, samen met onze inwoners, erfgoedverbeeldingen te plaatsen en te zorgen voor verklarende informatieborden en teksten (zoals bij nieuwe straatnaamborden). |
2.5.3 We realiseren in 2026 weer minimaal 4 kunstwerken in de openbare ruimte. |
---|
Hierbij wordt tevens ingezet op de realisatie van een groot(s) kunstwerk in het buitengebied, als onderdeel van de ‘Big Five’. |
3. Versterkte kansengelijkheid doordat jeugdigen kansen krijgen in het onderwijs.
Hoofddoelstelling
3. Onderwijs & Opleiding - Versterkte kansengelijkheid doordat jeugdigen kansen krijgen in het onderwijs.
Elk kind en iedere jongere verdient gelijke kansen. Zijn of haar achtergrond, het opleidingsniveau van ouders of hun financiële situatie mag geen invloed hebben op de schoolprestaties van een kind. In Apeldoorn willen we onze jongeren een fijne jeugd bieden door een omgeving te creëren die uitnodigt om te groeien, te leren en te ontwikkelen. Dit doen we samen met verschillende partners, waaronder kinderopvang en onderwijs. Om te zorgen dat Apeldoornse jeugdigen kansen krijgen in het onderwijs wordt gewerkt aan vier subdoelstellingen. Als eerste gaat er aandacht uit naar het behalen van een startkwalificatie of een passende vervolgstap, hierbij zetten we in op het voorkomen van schooluitval. Daarnaast moet een betere verbinding tussen thuis, school en zorg bijdragen aan het voorkomen van problemen en het geven van betere ondersteuning zodat kinderen (thuisnabij) naar school kunnen blijven gaan. Onze partners uit kinderopvang en onderwijs zien steeds meer jonge kinderen met (een risico op) ontwikkelingsachterstanden. Inzet op het signaleren en bieden van extra ondersteuning van jonge kinderen draagt bij aan meer kansen in het onderwijs en het latere leven. Tot slot is het van belang dat onze schoolgebouwen van goede kwaliteit zijn, zodat zij optimaal bijdragen aan kansen van jeugdigen in het onderwijs. |
---|
Doelstelling 3.1
Doelstelling | ||
3.1 Jeugdigen krijgen kansen in het onderwijs, gericht op een startkwalificatie, en waar niet haalbaar, op een voor hen passende vervolgstap. | ||
| We werken aan de doorontwikkeling naar leerrecht om hiermee toekomstig schoolverzuim te voorkomen. Dit doen wij omdat onderwijs een cruciale rol speelt bij het bieden van gelijke kansen aan alle jeugdigen. Wanneer jeugdigen regelmatig school missen, lopen ze het risico belangrijke leerervaringen en kennis mis te lopen. Daarnaast kan schoolverzuim ook sociale en emotionele gevolgen hebben. Ook is het in het kader van kansengelijkheid belangrijk dat alle jeugdigen toegang hebben tot cultuur en sport. Met onderstaande prestatie onder 3.1.2 wordt extra aandacht besteed aan jeugdigen op achterstandsscholen. Verder zetten we voor 16 en 17-jarige leerlingen waarvoor geen passend schoolaanbod meer is, begeleiding in via Apeldoorn werkt mee. Hiermee vergroten we de kansen op een duurzame uitstroom richting arbeidsmarkt. |
|
---|
Prestaties
3.1.1 In 2026 breidt Team Leerplicht de preventieve aanpak uit. Daarnaast werkt Team Leerplicht aan het inzichtelijk maken van de opbrengsten van deze preventieve aanpak. |
---|
Een preventieve aanpak (zoals afspraken over het tijdig melden van verzuim op scholen, verzuimspreekuren, kernteams en zichtbaarheid op scholen en het geven van voorlichting op scholen over verzuim) is meedenken al vóórdat er sprake is van (ernstig) verzuim of thuiszitten met scholen, ouders en leerlingen. De uitbreiding start op minimaal twee scholen waar nog nauwelijks sprake is van preventieve samenwerking met leerplicht. Succes van de aanpak wordt gemeten aan de hand van:
De eerste resultaten en een analyse van de effectiviteit worden uiterlijk in het vierde kwartaal van 2026 gerapporteerd. |
3.1.2 In 2026 evalueren we de effectiviteit van de processen en samenwerking in aanpak ter voorkoming en ter terugleiding van leerlingen die niet (volledig) naar school gaan. |
---|
Het aantal leerlingen dat niet (volledig) naar school gaat ligt landelijk en in Apeldoorn hoog. De leerplichtwet richt zich enkel op leerlingen die niet ingeschreven staan op een school en leerplichtig zijn, een kleine groep leerlingen die een vrijstelling van leerplicht heeft en een groep leerlingen die ongeoorloofd afwezig is van school. Een groter deel betreft leerlingen met een schoolinschrijving, waarbij het op geoorloofde gronden niet mogelijk is om (volledig) onderwijs te volgen binnen de schoolmuren. Deze leerlingen ontvangen vaak zorg. Op deze leerlingen heeft leerplicht vanuit haar wettelijke taak geen zicht. Om hier meer zicht op te krijgen en preventieve inzet op te kunnen leveren hebben leerplicht, scholen, samenwerkingsverbanden en zorgprofessionals verschillende processen en samenwerkingsafspraken ingericht. Deze zijn gericht op het voorkomen dat leerlingen (gedeeltelijk) uitvallen uit onderwijs en ter terugleiding van leerlingen die al (gedeeltelijk) zijn uitgevallen. In 2026 willen we onderzoeken of de huidige samenwerkingsafspraken bijdragen aan het voorkomen van (gedeeltelijke) schooluitval en een (snellere en betere) terugleiding naar (ook) school van leerlingen die niet (volledig) naar school gaan. Tot slot onderzoeken we of de processen en afspraken voldoende bijdragen aan een effectievere uitwisseling van (dossier)informatie over de voortgang van het ondersteuningstraject tussen ketenpartners. |
3.1.3 In 2026 evalueren we de methoden in aanpak ter voorkoming en terugleiding van leerlingen die niet (volledig) naar school gaan. |
---|
Uit divers onderzoek is gebleken dat het vroegtijdig aanpakken van signalen van zorgwekkend ziekteverzuim schooluitval kan voorkomen. Om deze reden gebruiken we in Apeldoorn de methode MAZL (Meer Aandacht Ziekgemelde Leerlingen). Daarnaast zetten we vanuit actieplan preventie Jeugdzorg en Onderwijs extra middelen in op een aanpak om terugkeer van VO-leerlingen die niet (volledig) naar school gaan, te bevorderen. In 2026 evalueren we aan de hand van minimaal één evaluatie per kwartaal, de effectiviteit en opbrengsten van deze methoden/aanpakken. |
3.1.4 In 2026 begeleiden we 15 jeugdigen, waarbij het behalen van een startkwalificatie niet mogelijk is, naar een passende werkplek via Apeldoorn Werkt Mee. |
---|
Door Apeldoorn Werkt Mee open te stellen voor 16- en 17-jarigen, willen we deze jongeren de kans geven om via een passende werkplek een goede aansluiting op de arbeidsmarkt te vinden. Deze openstelling is vooral bedoeld voor jongeren waarvoor momenteel geen passend schoolaanbod beschikbaar is. Waar klasgenoten uitstromen naar een voor hen passend vervolg, is voor deze jongeren geen aanbod tot ze 18 zijn. Ze worden ‘opgevangen’ door school maar ze kunnen hier geen voldoende passend aanbod krijgen. Door via Apeldoorn Werkt Mee te onderzoeken welke werkplek geschikt is, kunnen naar verwachting 15 jongeren een start maken met een duurzame uitstroom richting de arbeidsmarkt als onderdeel van een sluitende aanpak voor deze jongeren. |
Doelstelling 3.2
Doelstelling | ||
3.2 Er is verbinding tussen thuis, onderwijs en opvang en omgeving rondom de jeugdige. | ||
| In Nederland, maar ook in Apeldoorn, zien we al een aantal jaar een toename van vraagstukken rondom de ontwikkeling van jeugdigen. Soms hebben deze vraagstukken te maken met de omstandigheden thuis, bijvoorbeeld op het gebied van armoede, zorgbehoefte of de Nederlandse taal. Een stabiele thuissituatie en een hoge betrokkenheid van ouders zijn belangrijke succesfactoren voor de leerprestaties van jeugdigen. Maar er zijn ook andere omstandigheden die van invloed zijn op de ontwikkeling en de leerprestaties van de jeugdige. Deze ontwikkeling zien we ook in het onderwijs terug. Zo zijn er meer jeugdigen met een jeugdzorgindicatie. Ook zien we meer jeugdigen die gedeeltelijk of niet naar school gaan. En we zien een hoog aantal verwijzingen naar het Voortgezet Speciaal Onderwijs. Deze vraagstukken vragen om meer samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg, maar ook een preventieve aanpak zodat kleine problemen klein blijven. Via onderstaande prestaties dragen we bij aan een betere verbinding. |
|
---|
Prestaties
3.2.1 In 2026 werken we samen met partners jeugd en onderwijs vanuit een gezamenlijke visie, strategie, uitvoeringsagenda en overlegstructuur. |
---|
De toenemende zorgen over de ontwikkeling en kansengelijkheid van jeugdigen vragen om een gezamenlijke aanpak. Momenteel pakken partijen als kinderopvang, onderwijs, welzijn en gemeente deze uitdagingen vooral vanuit hun eigen perspectief aan. Met deze actie werken onderwijs, kinderopvang, CJG, het voorveld, maatschappelijke organisaties en de gemeente samen vanuit één gezamenlijke agenda en prioriteiten. Zo wordt ingezet op het kansrijk, veilig en gezond opgroeien van jeugdigen. |
3.2.2 We bevorderen kansengelijkheid door in schooljaar 2025-2026 aan 9 basisscholen met de hoogste onderwijsachterstandsscore wijkgericht naschools aanbod aan te bieden via Schooldag EXTRA. |
---|
Toegang tot buitenschoolse activiteiten zoals sport en cultuur bevordert de sociaal-emotionele ontwikkeling, vermindert stress en verbetert schoolprestaties. Daarom krijgen in schooljaar 2025-2026 negen basisscholen met de hoogste onderwijsachterstandsscore een schooldag EXTRA met naschoolse sport- en cultuuraanbod. Dit aanbod wordt wijkgericht georganiseerd om beter aan te sluiten bij de behoeften van kinderen, deelname te vergemakkelijken en de samenwerking met lokale partners te versterken. Naast bestaande financiering wordt gewacht op de subsidie School & Omgeving om Schooldag EXTRA verder uit te breiden naar alle kinderen in Apeldoorn. |
Doelstelling 3.3
Doelstelling | ||
3.3 Iedere jeugdige groeit op met toegang tot een toekomstbestendige leer- en leefomgeving die aansluit op wat het onderwijs én de wijk nodig hebben. | ||
| Apeldoorn bouwt aan onderwijsplekken die verder gaan dan de klas. We realiseren scholen als strategisch maatschappelijk vastgoed: duurzame, gezonde en multifunctionele gebouwen waar leren, spelen, ontmoeten en ontwikkelen samenkomen. Deze plekken zijn het hart van de wijk of het dorp. Hier werkt het onderwijs samen met kinderopvang, sport, cultuur en welzijn. Zo bouwen we aan kansengelijkheid, brede talentontwikkeling en sterke gemeenschappen én leveren we tegelijk een bijdrage aan doelen op het gebied van klimaatadaptatie, energietransitie, natuurinclusiviteit en biodiversiteit.
Met de vernieuwing van onderwijshuisvesting leveren we ook een directe bijdrage aan Sustainable Development Goals (SDG) zoals: kwaliteitsonderwijs (SDG4), duurzame steden en gemeenschappen (SDG11), betaalbare en schone energie (SDG7), klimaatactie (SDG13) en ongelijkheid verminderen (SDG10). |
|
---|
Prestaties
3.3.1. De uitvoering van het IHP 2024–2039 ligt op koers |
---|
Het Integraal Huisvestingsplan 2024–2039 is in 2023 vastgesteld en vormt het fundament voor een programmatische aanpak, met een uitvoeringsagenda voor vier jaar en een doorkijk tot 2040.
|
3.3.2 Actualisatie naar IHP 2026–2040 maakt het plan wendbaarder én rijker |
---|
Begin 2026 is de actualisatie van het concept IHP gereed, waarmee we inspelen op veranderende omstandigheden. |
3.3.3 In 2026 start de uitvoering van nieuwe projecten binnen een verbrede scope |
---|
Onderstaande projecten starten in 2026 (initiatieffase)**:
*) Toelichting op ‘projecten’ binnen het IHP Het begrip 'projecten' verwijst naar de beleidsmatig geprogrammeerde trajecten in de onderwijshuisvesting. Deze trajecten bevinden zich in verschillende fasen van initiatief tot realisatie. Realisatie binnen een specifiek jaar is geen garantie, maar afhankelijk van onder meer planvorming, haalbaarheid, besluitvorming en maatschappelijke ontwikkelingen. Het IHP is een adaptief en iteratief plan: we blijven leren, bijstellen en verbeteren.
**) afhankelijk van actualisatie IHP |
Doelstelling 3.4
Doelstelling | ||
3.4 Meer jonge kinderen met een risico op ontwikkelachterstanden hebben de kans op een goede start in het basisonderwijs door passende ondersteuning. | ||
| Om kansengelijkheid te bewerkstelligen is inzet op het jongste kind noodzakelijk. Wij zien steeds met jonge kinderen met (een risico op) ontwikkelingsachterstanden. Hoe eerder deze jeugdigen in beeld zijn en extra uitdaging en ondersteuning krijgen aangeboden, hoe beter hun kansen zijn in het onderwijs, maar later ook op de arbeidsmarkt. Vanuit onderstaande prestaties wordt bijgedragen aan het versterken van de kansengelijkheid. |
|
---|
Prestaties
3.4.1 100% van de kinderen op de voorscholen laat in 2026 een groei zien waardoor hun achterstanden worden verkleind |
---|
Met de monitor VVE (voor- en vroegschoolse educatie) brengen we jaarlijks de ontwikkeling van de VVE peuters van 2 tot 4 jaar in beeld op het gebied van taal, ontluikend rekenen, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling. We zien een dalende trend in het niveau waarop peuters instromen en ook in het niveau waarop ze uitstromen. |
3.4.2 In 2026 maken 85 peuters, van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, gebruik van een gesubsidieerde plek in de kinderopvang |
---|
Uit onderzoek blijkt dat vanaf 2 jaar deelname aan universele kinderopvang positief bijdraagt aan de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen op middellange en lange termijn, met de sterkste positieve effecten voor kinderen die opgroeien in kansarme situaties. In 2026 zetten we in op preventie door meer peuters, uit gezinnen die geen gebruik maken van kinderopvangtoeslag, de kans te geven zich in een ontwikkelrijke omgeving voor te bereiden op het basisonderwijs. Op dit moment hebben we budgettair ruimte voor rond de 85 kinderen. Hiermee verminderen we voor meer kinderen de achterstanden bij de start in het basisonderwijs. Deze actie volgt uit het Actieplan Preventie Jeugdzorg en Onderwijs. |
4. De gezondheid van alle inwoners is toegenomen
Hoofddoelstelling
4. Gezondheid - De gezondheid van alle inwoners is toegenomen.
Ons doel is een gezonde generatie in 2040. We zijn goed op weg: in 2024 mochten we zelfs de prijs in ontvangst nemen dat we de Gezondste stad van Nederland zijn (Arcadis Index). De groenbeleving en sterke sociale cohesie in onze stad zijn belangrijke punten waar we ons mee onderscheiden.
We staan als samenleving voor de grote opgave om onze zorg toekomstbestendig te maken en te transformeren, zowel in de beweging naar meer preventie (het versterken van de sociale basis) als in het zoeken naar oplossingen om de werkdruk bij (zorg-) professionals te verlagen. Onder andere door de vergrijzing en krapte op de arbeids- en woningmarkt moet het in de toekomst echt anders. Deze uitdagingen raken ons allemaal. De groeiende zorgvraag zorgt bovendien voor een uitdaging bij het betaalbaar houden van de zorg. Als we doorgaan op de huidige weg, loopt het vast en is het niet meer vanzelfsprekend dat iedereen rekenen op goede en tijdige zorg en ondersteuning. Deze uitdagingen zien we dan ook terug in het Gezond Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorg Akkoord (IZA). Op dit moment werken we landelijk ook aan de vervolgstappen van het Aanvullend Zorg en Welzijn Akkoord (AZWA) en het Zorgakkoord Ouderen. Het thema Gezondheid loopt als een rode draad door meerdere beleidsvelden heen. Er is een duidelijke link met de omgevingsvisie, armoede en schulden, laaggeletterdheid, onderwijsachterstanden, inburgering, ouderen, jeugd en opvoeding, welzijn en onze wijkgerichte aanpak.
|
---|
Doelstelling 4.1
Doelstelling | ||
4.1 Zowel kinderen als volwassenen hebben een gezonde leefstijl | ||
| Leefstijl en de omgeving waarin iemand leeft bepalen samen voor bijna 70% de gezondheid. Omdat we ons hierop richten kunnen we uiteindelijk de druk op de zorg verminderen. De gezondheidsmonitor 2024 (GGD NOG) laat een positieve trend zien, waarbij roken en alcoholgebruik bij volwassenen licht daalt ten opzichte van 2022. De cijfers met betrekking tot overgewicht blijven echter onverminderd hoog, 51% van de volwassenen in Apeldoorn heeft overgewicht, waarvan 18% obesitas. Overgewicht en obesitas verhogen het risico op hart- en vaatziekten, maar ook op spier- en skeletaandoeningen en bepaalde vormen van kanker. Inzet op gezonde voeding, voldoende bewegen, ontspannen en een verantwoord middelengebruik blijft nodig om ons doel een gezonde generatie in 2040 te bewerkstelligen.
|
|
---|
Prestaties
4.1.1 In 2026 zijn er minimaal 250 inwoners via een beweegmakelaar toegeleid naar sport- en beweegaanbod |
---|
De beweegmakelaar werd in eerste instantie ingezet voor inwoners die deelnamen aan het programma Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI). Een programma (betaald door de zorgverzekering) voor volwassenen met zwaar overgewicht van twee jaar bestaande uit ondersteuning van diëtist, fysiotherapie en groepsaanbod. De beweegmakelaar kijkt met de inwoners mee naar hoe zij met name het onderdeel bewegen/sporten regulier kunnen voortzetten. De ervaringen met de beweegmakelaar zijn heel positief en er is ook een goede samenwerking met het sociaal domein. Inmiddels is zowel de inzet breder als alleen bij de GLI alsook het aantal beweegmakelaars (3). De inzet is het komende jaar o.a. op jeugd (bijvoorbeeld Kind naar Gezonder Gewicht), ouderen (valpreventie), volwassenen (GLI), maar kan ook door zorg- en welzijnsprofessionals worden aangevraagd. |
4.1.2 In 2026 hebben minimaal 40 (basis)scholen gezonde leefstijlinterventies ingezet, gericht op de thema’s gezonde voeding, bewegen, water drinken, middelengebruik. |
---|
Onder het mom ‘jong geleerd is oud gedaan’ bereiken we met leefstijl het meest door in te zetten op het jonge kind. Voor het basisonderwijs zijn er diverse leefstijlinterventies zoals ‘Apentrots, Ik weet gezond, leefstijl les van het CJG en lespakketten van de Gezonde School GGD’. Op het voortgezet onderwijs wordt ook ingezet op leefstijlinterventies rondom middelengebruik via Tactus en Chris en Voorkom. |
4.1.3 In 2026 zijn minimaal 75 kinderen en hun gezinnen ondersteund met de Keten Kind naar Gezonder Gewicht. |
---|
In 2025 is Apeldoorn in samenwerking met het CJG en zorgpartners gestart met de Keten Kind naar Gezonder Gewicht. Overgewicht is een probleem ook onder kinderen en het aantal kinderen met overgewicht is in de jaren iets gedaald in Apeldoorn, maar nog altijd een groot %. Kinderen die overgewicht hebben ervaren fysieke, maar veelal ook mentale problemen. In de Keten Kind naar Gezonder Gewicht wordt samen met kind en gezin gekeken naar onderliggende problematiek en gezamenlijk toegewerkt naar een gezonde leefstijl. |
4.1.4 In 2026 heeft Apeldoorn een leefstijlloket waardoor zorg en preventie/welzijn elkaar goed weten te vinden en er beter gebruik wordt gemaakt van het preventieve aanbod. |
---|
In 2025 is het leefstijlloket opgericht door gemeente in samenwerking met verschillende partners (Gelre ziekenhuis, Stimenz, Accres, Hoog, Samen055) om ervoor te zorgen dat inwoners met klachten/vragen rondom leefstijl kunnen worden toegeleid naar de juiste interventie. Zo kan een chirurg een patiënt verwijzen naar het loket om ‘operatiefit’ te worden, dan zal het verblijf in het ziekenhuis minder lang zijn. Of een inwoner wil graag stoppen met roken en kan via het leefstijlloket de weg vinden naar een interventie (betaald door de zorgverzekering) om te stoppen met roken. Dit loket is succesvol en blijft in stand. |
4.1.5 We zetten de aanpak Preventie en Gezondheid in 2026 voort, inclusief de impuls op de transformatie (-plannen). |
---|
We staan als samenleving voor de grote opgave om onze zorg toekomstbestendig te maken en te transformeren, zowel in de beweging naar meer preventie (het versterken van de sociale basis) als in het zoeken naar oplossingen om de werkdruk bij (zorg-) professionals te verlagen. Deze beweging is afhankelijk van de definitieve beschikking met extra landelijke middelen voor preventie en gezondheid in 2026 e.v. |
Doelstelling 4.2
Doelstelling | ||
4.2 Er zijn minder gezondheidsachterstanden en meer gelijke kansen op het gebied van gezondheid voor alle inwoners van Apeldoorn. | ||
| Mensen met een lager opleidingsniveau leven gemiddeld vier jaar korter en krijgen ruim 14 jaar eerder te maken met een slechtere gezondheid dan hoogopgeleiden. Zij hebben meer kans op risicofactoren zoals overgewicht, roken en overmatig alcoholgebruik. Daarnaast lopen zij ook meer risico op soa’s, hiv en ongeplande zwangerschappen en halen zij minder vaak vaccinaties in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma. Mensen die in armoede leven, schulden hebben, problemen hebben met huisvesting, eenzaam of werkloos zijn, hebben meer kans op een slechtere gezondheid. Taalbarrières en verschillende sociaal-culturele waarden kunnen een gezonde levensstijl of gezondheidszorg moeilijker maken. Het doel is om ervoor te zorgen dat alle inwoners van Apeldoorn, ongeacht hun achtergrond of omstandigheden, gelijke kansen hebben om een goede gezondheid te bereiken en te behouden. |
|
---|
Prestaties
4.2.1 Aanvullend op andere beweegregelingen, zoals het beweegaanbod in Regelrecht, maken in 2026 meer dan 100 inwoners met een laag inkomen gebruik van de sport en beweegregeling bij Malkander. |
---|
Bewegen en sporten is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Apeldoorn wil inwoners gelijke kansen geven om te kunnen bewegen. Er wordt veel gebruik gemaakt van het beweegaanbod op zwemmen, dus dat wordt ook in 2026 mogelijk gemaakt. |
4.2.2 In 2026 hebben tien OAB, Reg+ en Speciaal onderwijsscholen extra ondersteuning gehad op een gezonde leefstijl |
---|
In overleg met de directeuren van OAB-scholen (onderwijs-achterstanden beleid) is opgehaald wat de behoeften waren. Op basis hiervan is een plan gemaakt, waarbij o.a. meer inzet op bewegen en gezonde voeding gaat worden gerealiseerd i.s.m. Accres. Ook wordt aanbod van de gemeente actief gedeeld met deze scholen. |
4.2.3 In 2026 bereiken we 200 inwoners en 100 professionals met acties vanuit Kansrijke Start. |
---|
Met het vroegtijdig signaleren van risico's en kwetsbaarheden en het aanbieden van een interventie krijgen meer ouders en kinderen een kansrijke start of worden onbedoelde en ongewenste zwangerschappen voorkomen. Door het bieden van scholing en inspiratie verbreden we de kennis van professionals over de eerste 1.000 dagen. |
5. Een stevig vangnet met verbinding naar de sociale basis voor alle inwoners die dat nodig hebben
Hoofddoelstelling
5. Gezondheid - Een stevig vangnet met verbinding naar de sociale basis voor alle inwoners die dat nodig hebben
Pas als inwoners geen eigen oplossingen kunnen vinden en de algemene voorzieningen niet passend zijn, zetten we maatwerkvoorzieningen in. Door te werken aan goede voorzieningen in de buurt spannen we ons in om het beroep op het gemeentelijke maatwerkvoorzieningen zo klein mogelijk te houden. De noodzakelijke maatwerk ondersteuning sluit zoveel mogelijk aan bij de identiteit en de levenswijze van deze inwoner en kent verschillende vormen. Zo verstrekken we hulpmiddelen die bijdragen aan de zelfstandigheid, individuele begeleiding gericht op herstel of bestendiging. Vaak gaat het om een combinatie van verschillende voorzieningen, waarbij altijd eerst wordt gekeken naar wat iemand zelf kan, al dan niet met behulp van het sociale netwerk en de inzet van algemene voorzieningen. We zorgen ervoor dat inwoners zo lang mogelijk in de eigen woonomgeving kunnen blijven. Als thuis wonen niet mogelijk is, zorgen we voor opvang, verblijf of een beschermde woonplek. |
---|
Doelstelling 5.1
Doelstelling | ||
5.1 De houdbaarheid, toegankelijkheid en passendheid van WMO- en Jeugdvoorzieningen zijn verbeterd. | ||
| Apeldoorn heeft relatief meer inwoners met een maatwerk arrangement WMO dan gemiddeld in Nederland en andere grote gemeenten. Het gemiddeld aandeel jongeren met jeugdzorg in de regio ligt iets hoger ten opzichte van het gemiddelde in Nederland. Het is van belang de zorg zo licht als mogelijk maar zo zwaar als nodig is aan onze inwoners aan te bieden. Hierdoor kunnen we de noodzakelijke zorg bieden aan de mensen die dat het hardst nodig hebben. Hiermee doen we een zwaarder beroep op onze voorliggende voorzieningen.
|
|
---|
Prestaties
5.1.1. In 2026 voeren we met grote urgentie de drie maatregelenpakketten voor de jeugdzorg uit. Daarnaast werken we in 2026 aan het herijken van de kadernota MO met daarin ook specifieke aandacht voor jeugd. |
---|
Om de jeugdzorg in Apeldoorn zowel inhoudelijk als financieel houdbaar te maken, hebben we diverse maatregelen genomen. De uitvoering van de maatregelenpakketten is gericht op het fors en structureel terugdringen van de financiële tekorten. We zijn actief aan de slag met drie maatregelenpakketten. De bezuinigingsmaatregelen uit de verschillende fasen hebben echter nog niet geleid tot een voldoende terugdringing van de jeugdhulpuitgaven. Daarom blijven we actief werken aan deze drie pakketten, waarmee we beogen de kosten voor jeugdhulp structureel en aanzienlijk te verlagen. De resultaten van de maatregelen zullen we nauwgezet monitoren en via de reguliere P&C-cyclus met u delen. Om de beweging te volgen worden ook nog twee indicatoren ontwikkeld.
|
5.1.2 In Apeldoorn streven we ernaar om 100 inwoners met een beschermd wonen indicatie succesvol te begeleiden vanuit een beschermd wonen setting naar een thuissituatie met passende begeleiding in de periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december |
---|
Dit gaan we realiseren door bestaande prestatieafspraken met de woningcorporatie in de vorm van de opstapregeling te verbeteren en te continueren en aanbieders projectmatig te motiveren om bestaand vastgoed om te zetten naar zelfstandige woonvormen. Op basis van de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties in Apeldoorn via de opstapregeling is er jaarlijks ruimte voor circa 95 woonplekken voor inwoners die intramuraal wonen en uitstromen naar een zelfstandige woning. Aangezien een deel van deze woningen naar andere groepen gaat (zoals jeugdigen die 18 jaar worden), schatten we dat ongeveer 75 woningen beschikbaar zullen zijn voor inwoners die van beschermd wonen naar beschermd thuis verhuizen. Bestaande aanbieders hebben vastgoed dat overbodig kan worden als cliënten de overstap naar zelfstandig wonen maken. Dit vastgoed kan worden omgevormd tot woonoplossingen voor beschermd thuis, wat naar schatting ongeveer 25 extra woonplekken oplevert. Gezien deze factoren lijkt een uitstroom van 100 cliënten met een beschermd wonen indicatie naar beschermd thuis in 2026 een realistisch doel. Deze schatting is echter voorzichtig, gezien de onzekerheden op de woningmarkt. We blijven in nauw contact met woningbouwcorporaties en andere betrokken partijen om de afstemming te optimaliseren en de uitstroommogelijkheden te maximaliseren. |
5.1.3 Eind 2026 zijn de voorbereidingen voor de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage Wmo (ivb) afgerond en gereed zodat deze per 1 januari 2027 kan worden ingevoerd. |
---|
Het wetsvoorstel is controversieel verklaard dus dit is stil komen te liggen. Dit voorstel wordt pas door het volgende kabinet in behandeling genomen dus invoering per 1-1-2027 is naar alle waarschijnlijkheid niet meer haalbaar. |
5.1.4 In 2026 zullen we verschillende huishoudens vanuit de doorbraakmethode benaderen. |
---|
Het SOHOS betreft een integrale, methodische aanpak voor multiproblematiek binnen het sociaal domein en richt zich op huishoudens die op meerdere leefgebieden hulp ontvangen. De SOHOS aanpak focust zich op de oplossing van de inwoner zelf. Deze oplossing is niet altijd te vinden binnen bepaalde wetten of passend binnen bestaande kaders. Het SOHOS geeft deze methodische aanpak, ook wel doorbraakmethode een nieuwe impuls binnen het sociaal domein en zal de doorbraakmethode veranderen in onze dienstverlening.
In totaliteit zullen er voor de eindevaluatie in 2028, 100 huishoudens benaderd worden in cohorten van 25 huishoudens per cohort. Per cohort zal evaluatie plaatsvinden waaruit lering getrokken kan worden voor het volgende cohort.
|
5.1.5 We realiseren in 2026 strategisch partnerschap met aanbieders en een meer integrale en wijkgerichte aanpak. |
---|
We vragen van alle zorgaanbieders huishoudelijke hulp en logeerzorg dat zij zich committeren aan het aangaan van strategisch partnerschap. Samen wordt de verantwoordelijkheid gedragen om de zorgvraag en het aanbod passend in te vullen zodat een dekkend en kwalitatief aanbod in geheel Apeldoorn – zowel in het stedelijk gebied als in de dorpen – gerealiseerd wordt. Alles met oog op het welbevinden en de belangen van onze inwoners, maar ook met oog voor preventie, wijkgericht werken (alleen bij huishoudelijke hulp) en kostenbeheersing. |
Doelstelling 5.2
Doelstelling | ||
5.2 De positie van kwetsbare groepen is verbeterd | ||
| Wij zetten ons in om huiselijk geweld te voorkomen, vroegtijdig te signaleren, terug te dringen, te stoppen en de schade van geweld te beperken. |
|
---|
Prestaties
5.2.1. Er is in 2026 een daling van het aantal ondertoezichtstellingen (OTS) met als doelstelling een daling van 25% in 2029 t.o.v. 2024. |
---|
In de toekomsttuinen werken we aan een nieuwe aanpak met als doel eerder gezinnen te helpen en zo ondertoezichtstelling (OTS) te voorkomen. |
5.2.2 In 2026 is er een daling van het aantal herhaalde meldingen bij Veilig Thuis met in 2029 een daling van 25% t.o.v. 2024. |
---|
Wij blijven doorgaan met onze aanpak om de wijkconsulenten Samen055 te scholen in het werken volgens de visie gefaseerd samenwerken voor veiligheid en op die manier de cirkel van geweld te doorbreken. Veilig Thuis rapporteert halfjaarlijks over het aantal meldingen |